Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 604
,Van600de goede Wercken.V. Bewijst dat? A. Kom. 3. 21 28. Maer nu is de rechtveerdigheyt Godts geopenbaert sonder de Wet, (fee. ende 10. 3, 4. Ephes. 2. 8. Gal. 3. vss. 10, 11. Phil. 3. 9. Tit. 3. 5. d V. Dat is te verstaen van de wercken der Wet, maer niet van de werc ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 15
;,11INLEIDING.wat ZOUblijven staan enmaar dat zijn eigenVoetiushand,,wat veranderd zou lüordengeheel als gold het een werk vangeschraptbijgevoegd en veranderd,Voor ons kerkelijk dus volkomen g ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 50
?,46"Van de Heylige Theologie.V. Soudt ghy dat wel uyt Godts woort bewijsen? A. Ja: 1. Cor. 13. 12. Maer als dan sullen \vy sien aengesichte tot aengesichte. V. Wat is de Theologie, medegedeelt door genadeddvan openbaringe? die Godt den A. Die kennisse en ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 177
,Van de Grootheyt V. Maer hoe langh soodatblijfthy onbequaemisdes Vals.173de mensche soo bedorven tot alle geestelick goet,ende geneyght tot alle quaet? A. Tot dat hy door den Geest Godts wedergeboren wert. Joh. 3. vs. 5. Soo yemant n ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 179
;Van de Grootheytdes Vals.A. Onwederstandelick. V. Hoe onwederstandelick? A. Datse krachtelick werckt175endeonverwinne-lick.V. Bewijst dat? 27. Ende ick sal u een nieuw A. Ezech. 36. 26 herte geven ende sal eenen nieuwen geest ingeven in 't ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 234
,230Vanhet Euangelium.vyant te haten. Daer van het contrarie staet Exod. 23. 4, 5. Proverb. 25. 21. V. Was de Wet dan in 't Oude ende Nieuwe d sijnTestament? dA. Ja. V. Wat onderscheyt is'er tusschen het EuangeUum in 't Oude, ende tusschen het EuangeUum i ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 369
,Van den Name865Jesus.worden, nadien hy de eenigh-geborene Sone Godts is, die geen broeders heeft na sijn Goddelicke natuer; soo is 't nochtans van nooden geweest na sijne menschelicke natuer op dat men sijn persoon recht soude kennen, het welck ten hooghsten nootsakel ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 449
Vanhet Lijden Christi.445A. Neen. V. Kan men dan oock hier uyt vastelick bewijsen, dat het is geweest een volkomen voldoeninge? A. Ja. V. Maer Godt vergeeft ons alle onse sonden om niet; ergo, soo heeft Christus niet voldaen?A. Dat volght niet. V. Is het ten aensien va ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 457
Van de Nuttigheytdes Lijdens Christi.453A. Om dat hy geen sonde gehadt heeft. V. Maer hoe heeft Christus voor onse sonden konnen betalen, soo doch den eenen mensch voor den anderen niet en kan betalen? A. Christus is Godt en rechtveerdigh mensch in een persoon, ende geordinee ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 587
583Van de Rechtveerdighmakinge.bekomen, dat men eenige stucken ende moet men alles gelooven? A. Men moet alles gelooven wat ter saligheyt noodigh is: want alle de artijckelen soo nauwe aen den anderen gehecht ende gebonden zijn, dat, in gevalle yemant eenen artijckel tegenspreeckt o ...