GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1.945 resultaten
Filteren
van 195
1891-01-01
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 308

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 308

,304d dVande Goddelicke Eygenschappen.A. Ja. V. Hoe veelderley is de wille Godts? A. Eenderley. y. Waerom en magh men niet seggen, dat'ertweewillen in Godt zijn? A. dat 'er dan twee Goden souden zijn. V. Wil Godt goet en quaet met eenen wil; ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
235 woorden
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 317

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 317

Van de Scheppinge313der werelt.noch door sijnen eeuwigen raet ende voorsichtigheyt onderhoudt ende regeert, om sijns Soons Christi wille, mijn Godt ende mijn Vader zy, op welcken ick alsoo vertrouwe, dat ick niet en twijffele, hy en sal my met alle nootdruft des lijfs ende de ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
235 woorden
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 597

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 597

Van-de593Rechtveerdighmakinge.A. Hebr. 7. 22. Van een soo veel beter verbont, Jesus borge geworden. 1. Timoth. 2. 5. V. Worden wy oock van Godt niet aengemerckt als een met Christo ende hy met ons , gelijck als het hooft endelichame, man ende vrouwe, borghendeverborghd ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
235 woorden
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 136

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 136

,Van132bclesMenschen Ellende.A. Neen. y. Konnen sy wel ten deele hare ellendigheyt daer uyt leeren kennen? A. Ja: Eom. 2. 15. Als die betoonen het werck der Wet geschreven in hare herten hare conscientie mede getuygende, ende de gedachten onder malkandere ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
234 woorden
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 189

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 189

:Van V.Waerom wordt185de Straffe.dese sonde genoemt een sondetot der doot?Omdat soodanige sonde nimmermeer vergeven Matth. 12. vs. 32. Maer soo wie tegen den Heyligen Geest sal gesproken hebben het en sal hem niet vergeven worden, noch in de ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
234 woorden
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 232

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 232

,Van228het Euangelium.A. Neen: maer sy brenght den mensche zoo verre, dat hy (gevoelende sijne groote ellendigheyt ende bemerckende sijne groote onmacht, om hemselven te ,ende geerne wenschende geholpen te wesen) beginnen om te sien, na yemant, die hem soude mog ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
234 woorden
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 250

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 250

,Van de Persoonen,24:6cddddA. Door hemselven. V. Door wien komt het, dat yemant behouden ende saHgh wort? A. Door Christum. V. Maer geschiet dese menschen, die verloren gaen, geen ongelijck? A. Neen. V. Waerom niet? A. Om dat sy selfs de oor ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
234 woorden
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 334

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 334

:Van330de Engelen.V. Magh men wel seggen de Duyvel en kan my geen quaet doen? A. Neen. V. Magh ick wel gelooven dat de Duyvel my geen quaet doen kan? A. Neen. V. Heeft de mensche macht tegen den Duyvel? A. Ja: om hem door het geloove te wederstaen, en door Godes genade ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
234 woorden
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 345

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 345

Van GodesVoorsienigheyt.341A. Neen. V. Hoe veel oorsaken zijnder dan? A. Twee, namelick, de eerste ende de tweede. V. Wie is de eerste oorsaeck? A. Godt V. Wie is de tweede oorsaeck? A. De creature. V. Werckt Godt altijt met de creaturen? A. Ja. V. Wel hoe sullen wy het dan m ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
234 woorden
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 409

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 409

Van A.Omdatde ware Godtheyt Christi.hyis405de eeuwige ende natuerlicke SoneGodts.V. Kan yemant wel zijn de eeuwige ende natuerSone Godts, die geen Godt is? A. Neen. V. Soude dit eenighste genoegh konnen zijn tot overtuyginge van alle ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
234 woorden
van 195