Filteren
van 195
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 385
Van den NameChristus.381A. Ja. V. Magh ick wel seggen, Christus de Mensch doet dat? A. Ja. V. Magh ick wel seggen, de Menscheyt doet dat, of hy doet dat naer de menscheyt, of hy doet het alsmensch?A. Neen. V. Leert Christus uyterlick in sijn eygen persoon, of do ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 387
,Van den Name383Christus.Herders en Leeraers die ons den wille Godts openbaren ende bekent maken, Ephes. 4. 11, 12. ,V. Waer is Christus meer toe gesalft? A. Tot een Priester. V. Is Christus dan een Priester?A. Ja. V. Bewijst dat? A. Psalm 110. 4. Ghy zij ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 390
Van den Name386 ende gebeden ? offerenA. V. A. V.cbbidden,Christus.Christus oock voor onsheeftJa.Bewijst dat? Joh. 17 9, 10. lek bidde voor haer, &c. Bidt hy nu noch voor ons, in den hemelzijnde ?A. Ja. V. Wae ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 406
?402Van de ware GodtheytChristi.A. De genade van versterckinge, ende aenneminge. V. Hoe wort Adam een Sone Godts genaemt? A. Ten aensien van de scheppinge. V. Zijn alle menschen, soo goede als qua'de, ten c aensien van de scheppinge Godts kinderen ? A. Ja: Genes. 6. 2. ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 519
Van Godt den H.dGeest.A. In vier ledekens, V. Welck zijn die? A. 1. Dat de H. Geest een persoon is ofte selfstandigheyt. 2. Dat hy is een onderscheyden persoon van den Vader ende van den Sone. 3. Dat hy is een Goddelicke persoon, dat is, een ende deselve eeuwige waerachtige G ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 600
,Van596de Eechtveerdighmakinge.V. Is dan ons geloove ten geheele ofte den deele onse gerechtigheyt voor Godt? A. Geen van beyden. b V. Magh men wel seggen, dat wy gerechtveerdight worden door het geloove, door de gerechtigheyt Christi, ende door Godts genade ende barmh ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 613
Van de oorsaken609des Geloofs.V. Waer om wort het hier dan den H. Geest toegeschreven ? A. Om dat den H. Geest in de maniere ende ordre van werckinge der H. Drieheyt door seker toe-eygeninge ofte appropriatie dit werck in de Schrifture besonderUck wert toegeschreven. V. Waer ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 615
Van de oorsaken611des Geloofs.A. Neen. V. Waerom magh men den ongeloovigen het woort Godts wel prediken, ende nochtans de Sacramenten nietgeven?Om dat het woort dient tot de eerste inplantinge van het geloove alwaer het niet en is, ende de Sacramenten verstercke ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 18
14INLEIDING.dorpenmeestal kleine kerken,,die bijna uitsluitendgevormd werden door huisgezinnen waarin de Bijbel huisboek was waarin traditiën leefden van wat de voorouders om des geloofswille hadden uitgestaan^ en die van zelf een godvruchtige opvo ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 506
,502VandV.de Nuttigheden der heerlickheyt Christi.Watzijndiegaven die Christus over ons uyt-giet?dA. Geestelicke gaven, tot de saligheyt dienende, V. Wat zijn die gaven die hy uytgoot over de Apostelen ? A. Extrao ...
van 195
