Filteren
van 195
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 405
;Van de ware Godtheyt401Christi.A. Een wesentlicke ende substantiële beelt Godts. V. Is hy een waerachtigh, eeuwigh, even-gelijckwesigh Godt met den Vader? A. Ja. V. Bewijst dat Christus een Sone Godts is ? A. Eom. 8. 3. Heeft Godt, sijnen Sone sendende, &c. V. Bew ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 469
VanChristiNederdalen ter Helle.465A. Sommige vier, ende sommige vijf. V. Teltse eens op? A. Hemel , Helle , het Voorgeborghte van de helle, daer de Outvaders in geweest zijn tot de doot Christi, het Voorgeborghte der jonge kinderen, die sonder doop sterven, ende het Va ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 505
Van de Nuttigheden501der heerlickheyt Christi.V. Hoe wort desen Sondagh afgedeelt? A. In twee deelen. V. Welck zijn die twee deelen? A. 1. De nuttigheden die wy scheppen uyt het Vrage 51. 2. sitten Christi ter rechterhant Godts Van het laetste oordeel, Vrage 52. V. Hoe veel n ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 524
Van Godt den H.520 A.Van den Heyligen Geest wort getuyghteeuwighddGeest. dat,Genes.1.2.,,dddddhyoneyndigh, Psal. 139. 1, 7. alwetende, ofte van oneyndige wijsheyt, ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 593
,Van de Kechtveerdighmakinge.589V. Gaet het geloove de rechtveerdighmakinge voor, of volght het?A. Het wort geseght voor te gaen ende te volgen,na dedistinctiebovengestelt.V. Worden wy gerechtveerdight om dat wy gelooven, of op dat wy ...
Elfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 65
LxmNamen van H.H. Studenten, aan de Vrije Universiteit tot candidaten in de Theologie bevorderd. predikani: te Kootwijk c. a. H. J. Houtzagers, H. J. Reuijl, „ Zevenhoven n T. D. Prins, , Wons c. a. R. J. W. Rudolph, , Heinenoord. C. J. W. Tan Lummel, „ Waarder c. a. n J. D. van der Velden ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 213
Van het Middelder Verlossinge.209soo swaer gevallen eer hy voor ons voldaen heeft, hoe soude dan een Engel voor Godts toorne hebben konnen bestaen? V. Is een Engel niet stercker als een mensch, {gelijck de Heere Christus was) en die heeftse nochtans gedragen ? A. De Heere Chr ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 378
,Van den Name374 A. V. A. d V. endedJesus.Neen. Zijnse alle Paepsch geweest,ende soo gestorven?Neen.Onse voorouders dan die saligh zijn geworden noch in 't Pausdom mochten saligh worden, worden die door het Pausdom saligh, of door het ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 461
Van457Christi Begravinge.V. Waerom hebben sy Christum niet begraven in den Tempel, in 't hooge Choor, ofte recht voor den Predickstoel of in de hooghste ende beste plaetse van hare Synagogen? A. Om dat het geen manier was by de Joden. V. Waer begroeven de Joden hare dooden? A ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 466
462 db b cWaeromde Geloovige sterven moeten,V. Welcke is de tweede nuttigheyt die wy krijgen uyt de doot Christi? A. Dat wy hoe langer hoe meer van onse sonden worden geheylight ende gesuyvert. V. Is de heylighmakinge noodigh? A. Ja. V. Is de rechtveerdighmakinge noodi ...
van 195
