Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 209
,: ,Vanhet Middel der Verlossinge.205dragen volgens Esai. 53. 5. De straffe die ons den soo heeft hy oock vrede aenbrenght was op hem wechgenomen reatum, tot welcke de culpa ofte schuit verbint; alsoo de straffe niet kan geseght worden wechgenomen te zijn, soo lange de ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 212
Van208 chet Middel der Verlossinge.V. Waarom en wil Godt niet aen een ander creature de schuit straffen die de mensche gemaeckt heeft? A. dat Godts rechtveerdigheyt sulcks niet lijden en kan. V. De Heere heeft sijnen Sone in onse plaetse gestraft, die nochtans geen sonde geda ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 211
Van Antw.het Middel der Verlossinge.Neengeen ander:want ten eersten en207wil Godt aende schuit straffen die de heeft: Ten anderen, soo encreaturenmensche gemaeckt kan oock geen bloote creature denlast des eeuwigen toorns ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 213
Van het Middelder Verlossinge.209soo swaer gevallen eer hy voor ons voldaen heeft, hoe soude dan een Engel voor Godts toorne hebben konnen bestaen? V. Is een Engel niet stercker als een mensch, {gelijck de Heere Christus was) en die heeftse nochtans gedragen ? A. De Heere Chr ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 215
Vanhet Middel der Verlossinge.211V. Hoe veel persoenen zijn dat? A. Een persoon. V. Hoe veel Middelaers zijn dat? A. Een Middelaer. V. Waerom moest uwen Middelaer soodanigh zijn,Godt ende Mensch? dat hy anders voor konnen betalen, ende my maken.-dat isA. ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 214
,Van210APsalmbroederhet Middel der Verlossinge.49.8,immermeerNiemant van hen sal sijnen konnen verlossen, &c. Psalm9.130. 3. Esai. 33. 14.VrageWat moeten wy dan15.voor een Middelaer ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 216
Van212de Conditien des Middelaers.verdiensten, door den geloove, ende haer wederbarende door sijnen Geest; ende ten laetsten, verhoorende het suchten, ende de gebeden der gener, die hem aenroepen. Waer toe van nooden was, dat de Middelaer was waerachtigh ende rechtveerdigh me ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 217
Van deConditien des Middelaers..213V. Waerom moest de Middelaer mensch zijn? A. Op dat hy soude konnen lijden ende sterven. V. Konde de Godtheyt niet lijden ende sterven? A. In 't minste niet. V. Waerom niet? A. Om dat de Godtheyt dan verderflick ende veranderlick soude zijn, ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 218
Van de214dConditien des Middelaers.Mennoniteii; by vaste consequentie ende gevolge, vernietight ende verloochent? A. Ja. V. Was het oock van nooden, dat de Middelaer stierf?want hy moest voor ons voldoen door A. Ja vergietinge sijns bloets, nadien sonder bloetst ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 220
;216Van deConditien des Middelaars.sondight die sal sterven. Nu, de menschelicke natuer , die van Adam voortgeteelt is heeft gesondight; daerom heeft oock de Middelaer moeten geboren worden uyt de nakomeUngen Adams op dat sijn doot soude gelden voor deselfde, ende op d ...