Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 50
?,46"Van de Heylige Theologie.V. Soudt ghy dat wel uyt Godts woort bewijsen? A. Ja: 1. Cor. 13. 12. Maer als dan sullen \vy sien aengesichte tot aengesichte. V. Wat is de Theologie, medegedeelt door genadeddvan openbaringe? die Godt den A. Die kennisse en ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 51
, ,,Van de Heylige47Theologie.V. Kondt ghy dese natüerlicke, van buyten, ende uytwendige verkregene Theologie wel uyt Gods woort ,bewijsen A. Ja?27 28. Heft uwe oogen ende siet wie dese dingen geschapen heeft, die in getale haer heyr voortbrenght D ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 52
Van de Heylige48maer boven-natuerlickeTheologie,dat is, salighmakende kenwelcke de Heijdenen niet gehadt hebben. d V. Wat soudt ghy seggen op het gene David seght y Psalm 10. 4. Alle sijne gedachten zijn, dat *er geen Godt en is? A. David en spreeckt aldaer niet van so ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 53
,Van49de Heylige Theologie.maer den toorne Godts blijft op hem. Ephef. cap. Geen hope hebbende, ende sonder GodtVS. 12.2.inde werelt. V. Soude dan een eyder in salighsijn Eeligie nietkonnenworden?A. Neen. V. Wie z ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 54
Van de Heylige50dTheologie.V. Maer Cornelius kende, voor des Apostels Petri onderrichtinge , Jesum den Nazarener niet? A. Dat en doet niet tot de saeck; hy geloofde evenwel in den Messiam, die het Israëlitisch volck belooft was, al hoe wel hy voor desen tijt simpelick ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 56
,Van52dde Heylige Theologie.tuerlick licht begaeft, ende van de onredelicke schepselen afgesondert heeft, V. Soude men niet mogen seggen, dat het natuerlicht, ende de gesondene reden, een tweede of minder- principale principium zy van de leerstucken, die behoore ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 55
Vande Heylige Theologie.51ende gaen verre te boven de capaciteyt van ons natuerlick verstant: Matth. 16. 17. Want vleesch ende bloet en heeft u dat niet geopenbaert &c. Hoe soude ,dan het selve konnen zijn het beginsel van de dingen, die men moet gelooven? V. ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 58
Van54de Heylige Theologie.A. Een verborgentheyt der Godtsaligheyt 1 Tim. 16. ende een kennisse der waerheyt, die na de Godtsaligheyt is. Tit. 1. 1. V. Waerom noemt hyse een verborgenheyt ? d A. Om dat de meeste dingen, die daer in voorgedragen werden, door het licht der natur ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 60
56dd <id dddc«dddVande Christelicke Religie.A. De Heydensche, hedendaeghsche Jodische, Mahumetische ofte Turcksche Religie? V. Maer hoe veelderley is de ware Religie wel? A. Daer is maer een ware Religie ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 57
Van de HeyligeTheologie.53wereltsche menschen sullen menighmael beter in de Heylige Schrifture ervaren zijn, ende beter daer van weten te discour er en, als menige vrome ende oprechte Christenen.V. Welck is dan de salighmakende Theologie? A. Dewelcke geschiedt door ver ...