Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 197
'Vanhet Middel der Verlossinge.193V. Zijn dese redenen niet goet, namelick, dat de Heere den gevallenen Engelen geen verlossinge heeft gegeven; 1. om datse gevallen zijn van den allerhooghsten top der hooghte, dat is, uyt den Hemel: 2. Om dat in den val der Engelen, de ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 203
,Vanhet Middel der Verlossinge.Godts in haerSonelichaem199heeft gedragen, endeter werelt gebracht?A. Neen. V. Hoe komt het dat wy voor ons selven niet konnen betalen voor de sonden? A. Om dat wy de schuit noch dagelicks meer maken, V. ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 202
,Van198het Middel der Verlossinge.Rom. cap. 1. vs 32. Deaen Godes gerechtigheyt welcke, daer sy het rechte Godts weten, &c. d door het licht der nature V. Kan men weten welcke die gene zy, door welcken dese eenige voldoeninge geschiet is? A. Neen. d V. Soude men ni ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 201
Van A. V.het Middel der Verlossinge.De Socinianen. Waer uyt blijckt,197dat het geen onrechtveerdig-heyt in Godt is? A. Om dat deontschuldige sich vrywilligh heeft gepresenteert als borge, om voor de schuldige te voldoen: Psal. 40. 9. lek hebbe lust, O mij ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 204
-,,Van200het Middel der Verlossinge.A. Neen: want onse onvolmaecktheyt ende onvol komentheyt is te groot, gelijck uyt de boven-geciteerde plaetsen kan afgenomen werden. V. Maer een man die yemant wat te kort gedaen heeft, ende hy compenseert of restitueert den selven t ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 205
?:Van201het Middel der Verlossinge.geen betalinge voor hare sonden, ende daer door en werden sy met Godt niet versoent , maer is alleen een vaderlicke kastijdinge. V. Wie zijn de gene, die daer leeren, dat men voor sijne sonden kan voldoen ? A. De Paepsche Leeraers. V. ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 206
,202Vanhet Middel der Verlos singe.V. Maer aelmoessen geven vasten ende bidden, is dat in sich selven goet, ofte quaet; een deughdelickd,dd .dwerck, ofte een plage? A. Goet, ende een deugdelick werck. V. Kan men dan voldoen voo ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 208
Van204het Middel der Verlossinge.alle sonden in haer selven ingesien zijnde hoedanigh sy oock souden mogen wesen zijn doot-sonden, dat iS; verdienen de eeuwige doot ende verdoemenisse. 2. Het is valsch, dat de Heere Christus noch eenige sonden onvoldaen soude hebben overgelat ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 207
Vanhet Middel der Verlossinge.203A. Ja. V. Welcke is dat? A. Wije- water, gewijde keersen, reliquien van de Heyligen geconsacreerde dingen ofte eenige woorden ende gesten eenige kracht toeschrijvende, om de sonde wech te nemen, tegen 't gewelt des Duyvels ons te bewaren, ofte ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 210
;;Van206het Middel der Verlossinge.van Juda maer en sullen niet gevonden worden want ick salse den genen vergeven, dien ick sal doen overblijven. Esai. 43. 25. Ick, Ick ben het, die ,uytdelght, om mijnent wille, ende ick .gedencke uwer sonden niet. Mich. 7. vs 1 ...