Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 127
,Vandes Menschen Ellende.123A. Neen. V. Worden sy daer van verlost door den Doop? A. Neen V. Is de erfsonde dan oock noch in de herborene kinderen Godts?AJa.y.WaerA. Rom. geestelickuyt bewijst ghy dat? 14.7. is: ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 126
,Van122des Menschen Ellende.is noch niet gekomen. noemt haren Salighmaker Lucemijn ure3.Om1.47.dat sy Godt Mijnen geest verheught hem in Godt mijnen Salighmaker. V. Heeft onsen Salighmaker Jesus Christus oock b erfsonde gehadt? ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 129
Vandes Menschen Ellende125A. Heerschende sonde ende niet heerschende de sonden tegen de conscientie ende niet tegen de de sonde uyt boosheyt ende de sonde conscientie uyt swackheyt; de vergeeffelicke ende niet vergeefdat is de sonde in den H. Geest de felicke sonde sonde tege ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 128
Van124 A. Daerdes Mensohen Ellende.endeheerschtdomineert deselve:Joh.Een yegelick die de sonde doet is een dienstknecht der sonde. Eom. 6 12,20. Dat dan de sonde 8.34.uw' sterffelick lichaem, om haer de begeerlickheden des selv ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 130
Van126 ddes Menschen Ellende.V. Wat noemt ghy een niet heerschende sonde? A. Die niet geschiet met vollen ende gantschen drift van den wille met vollen opset ende voor,nemen, dy.Wat noemt ghyeensondedetegenscon-sc ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 132
Van128berouw hebben konnen. Hebr. dV. A.des Menschen Ellende.,6.noch haer bekeeren,of bekeerenvss. 4, 6.Wat noemt ghyeen sonde tegens de natuer?Wanneer yemant meer immediatelick ende indirectelicken een son ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 131
,Vandes Menschen Ellende.127soodanige, dewelcke dese waerheyt niet hebben aengenomen, noch beleden; maer deselve in hare con» scientien hebben gehaet , ondertusschen van deselve overwonnen zijn soo datse niet hebben tot haerder verontschuldinge. Siet Matth. 12. 24, 31. ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 134
,,Van des Menschen130Ellende.A. Neen. V. Wat doet hy dan? A. Hy lokt ende stoockt den mensche tot de sonde even gelijck een visscher den visch komt te vangen, verborgen liggende niet sijne bedriegelicken hame onder het aas. V. Ghy hebt een weynigh te voren geseyt, dat ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 135
Van V. Verdienendes Menschen Ellende. allesondentijtlicke131ende eeuwigestraffe ?A. Ja. V. Selfs oock de alderminste ? A. Ja. V. Een leugen om beters willede,verdient die oockende eeuwige straffe?tijtlickeA ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 137
Vandes Menschen Ellende.133Uyt welck van dien kent ghy u ellende ? Uyt alle drie; maer met groot onderscheyt. Uyt welck kent gy uwe sonde specialicken en u eygen hooft? Uyt de Wet der seden ofte der liefde. Hoe kent ghy in 't gros, dat de mensche sonis uyt de Wet der ceremoni ...