Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 133
Van A.des Menschen Ellende.129Wanneer de menschen sondigen in met de beesten gemeyn hebben.die dingen,die syV. A.Watzijnsonden tegens het Euangelium?Wanneer yemant veracht ende verwerpt dege-des Euangeliums ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 138
,134 bVandes Menschen Ellende.V. Kondt ghy de thien geboden soo wel verstaen dat ghy alle uwe sonden daer uyt kent?A. Neen. V. Kondt ghy het uyt de Wet alleen niet kennen? A. Neen. V. Wat sult ghy dan by de Wet brengen om b uwe sonden uyt te vinden ende te kenne ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 139
Vandes Menschen Ellende.135bidden om de genade des H. Geests, op dat wy langhs soo meer na het evenbeelt Godts vernieuwet werden, tot dat wy tot de voorgestelde volkomentheyt na dit leven geraken. V. Soude men wel mogen seggen; dat ons de Wet ter saligheyt helpt? A. Ja. V. Ka ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 136
,Van132bclesMenschen Ellende.A. Neen. y. Konnen sy wel ten deele hare ellendigheyt daer uyt leeren kennen? A. Ja: Eom. 2. 15. Als die betoonen het werck der Wet geschreven in hare herten hare conscientie mede getuygende, ende de gedachten onder malkandere ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 140
,Van136desenisdes Menschen Ellende.gelijck:Ghysultuwennaestenlief-hebben als u selven. Aen dese twee geboden hanget de gantsche Wet ende de Propheten. V. A. V. A. V. A. V.Welckisdesomma ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 141
Vandes Menschen Ellende.IS*?A. Met een inwendige affectie en genegentheyt tot te hebben. V. Hoe uytwendigh? A. Door een uyterlicke betooninge van dese genegentheyt, bestaende in dickwils ende geerne met Godt te spreken in onse gebeden ende hem te ge-God,h ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 142
138Yandes Menschen Ellende.A. Haer substantie of personen voor so veel die van God geschapen zijn. V. Waerom moet ghy die quade menschen meer liefhebben, als een koe ofte paert of eenigh ander ,c,cbeest? A. Om dat sy zijn van mijn vleesch ende bloe ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 143
, ,Vandes Menschen Ellende.139A. Godt. V. Moet ghy dan niet doen al het gene sy u belasten, alwaer het tegens Godts woort ? A. Neen. V. Maer ghy moet u Ouders in allen gehoorsaem zijn ?A. In alle dingen, die tegen Godt endesijnwoortniet en s ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 145
,,,VandesMenschen Ellende.141A. Voor de herborene ende onherborene. V. Zijn dan de herborene van naturen oock genegen om Godt ende haren even-naesten te haten ? A. Ja. V. Haet ghy Godt? A. Neen. V. Mooght ghy wel seggen Mijnen sin mijn voornemen , mijn lust is G ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 144
,:Van140des Menschen Ellende.A. Inwendigh ende uytwendigh. V. Hoe inwendigh? A. Met een goede affectie ende genegentheyt hem toe te dragen, d V. Hoe uytwendigh? A. Met alle wercken der liefde aen hem te betoonen: 1. Joh. 3. vs 18. Mijne kinderkens en laet ons niet lief ...