Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 147
Vandes Menschen Ellende.143V. Welck is die quade genegentheyt ende verdorventheyt ? A. De erfsonde. V. Waer uyt soudt ghy bewijsen, dat de menschen niet alleen van naturen geneyght zijn maer sónder de besondere genade Godes haer selven soo verderven, datse met der daet Godt e ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 146
,,Van142des Menschen Ellende.mensch, dat hy geneyght is Godt ende sijnen naesten haten? A. Neen. V. Maer een Papist ende Remonstrant sal seggen, d Ghy zijt een deughniet ende een goddeloos mensch, want ghy bekent het zelfs ende dat seght ghy oock in uwe gebeden? A. Dat ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 149
,Van de Oorsake145der Ellende.V. Hoe betoonen de menschen, dat sy Godt ende den naesten haten? A. Als sy 1, Godt niet liefhebben, ende volgens dien hem niet gehoorsamen dewijle hy ons anders ,gebiedt: Deut. cap. 32. vs. 41. Indien ick mijn glintserende sweert we ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 153
Van149de Oorsake der Ellende.V. Heeft Godt oock de boomen de beesten ende andere creaturen goet geschapen ? A. Ja Godt sagh al wat hy gemaeckt hadde ende siet het was seer goet. Genes. 1. 31. V. Heeft Godt voor den val het fenijn ende verscheurende beesten geschapen? A. Ja. V ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 150
Van146de Oorsake der Ellende.A. 1. De oorsake van dese verdorventheyt ende ellendigheyt des menschen, Vrage 6.7. 2. De grootheyt van dese verdorventheyt, Vrage 8. V. Hoe wort dat eerste onderdeelt? A. In twee deelen: 1. Wie de oorsaeck niet en is van onse ellendigheyt, Vrage ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 151
Vande Oorsake der Ellende.Hadde hy den menscheV.niet147konnen bevestigen insijnen staet?A. Ja. V. Waerom heeft hy het niet gedaen? A. Het heeft hem niet belieft. V. Volght hier uyt, dat Godt een oorsaeck is van desen val der menschen? A. Nee ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 152
Van148de Oorsake der Ellende.ende sijne macht bekent te maken over de vaten des toorns tot het verderf toebereyt: aen d'andere zijde, om bekent te maken den rijckdom sijner heerlickheyt over de vaten der barmhertigheyt die hy te voren bereyt heeft tot heerlickheyt; gelijck ge ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 154
Van150 cde Oorsake der Ellende.V. Is Christus oock , ten aensien van sijn menschena het beelt Godts geformeert? A. Ja. V. Schijnt dit beelt op een uytnemender wijse als in den ende nature in den tweeden Adamlicke natuer,c,eersten ? A. Ja. ce ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 148
,Van144hy Godtveeldes Mensclien Ellende.verstaet het opperste goet en perfectiete zijn?dA. Neen. V. Hoe haten sy hem dan? A. Als een rechtveerdigh Eichter, ende die de sonden tot sijnder tijt rechtveerdelick sal te huys soecken ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 155
,:Van het EvenbeeltGodts.A. Het welk volkomelick heeft beelt hetWieV.al151het gene,wiensis.heeft dit wesentlicke ende volkomen beeltGods?De eeuwige Sone Godts onse HeereA.Jesus ChrisGod ...