Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 157
,Van het Evenbeelt153Godts.heyt: maer niet die presupponere de sonde ende ellendigheyt want die waren alleen na de wortel ende oorspronckelick in hem. V. Heeft Adam het vermogen gehad om in Christum ;,tegelooven?A. Ja, te weten oorspronckeli ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 156
152 dVanhet Evenbeelt Godts.V. Waer uyt bewijst ghy, dat het evenbeelt Godts bestaet in wijsheyt ofte kennisse? A. Coloss. 3. 10. Ende aengedaen hebt den nieuwen mensche, die vernieuwt wort tot kennisse na het evenbeelt des genen, die hem geschapen heeft.V. Was de kenn ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 158
,Van154 A. Tenhet Evenbeelt Godts.aensienGodes evenbeelt, bewaringe Godts. dWasoock soo door een gave van buyten onsterffelick van binnen dat van, by, ende door hare innerlicke nature, sub-V.deonsterffelick is,stantie, o ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 159
,,VanAdamV. Heefthet Evenbeelt Godts.155oock heerschappije over de Enge-len gehadt?A. Neen. V. Heeft Eva oock heerschappije gehadt over de creaturen ? A. Ja: Gen. 1. 28. Ende Godt segende se, ende seyde tot hen, Weest vruchtbaer, ende menigh ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 161
,Van den Val V. Isdes Menschen.voor-wetenschapde157Godts de oorsaeck vanden val? A. Neen. V. Is het besluyt Godes van den val toe te laten ende ten goede te ordineren en de regeermge Godes volgens dit besluyt, of de voorsienigheyt Godts de oorsake ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 160
Van den Val156 dV. soocdWas hemdes Menschen.die belooft onder conditie, namelickhy volstandigh ware gebleven?A. Ja. V. Geeft dit eynde dat te kennen? A. Ja. V. Magh men seggen , dat Godt den mensche schept ende maeckt ter verdoem enis ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 162
Van den Val158des Menschen.ken die genade, waer mede dat hy konde staende blijven ?A. Neen. V. Wat heeft Godt dan gedaen? A. Godt is niet voortgegaen in 't geven ende medewercken van die genade; soo dat G.odt, om rechtte seggen niet gegeven heeft die versterckende ende ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 163
,.Vaiv den Val des Menschen159A. Ja. V. Is daer eenige andere nootsakelickheyt als de nootsakelickheyt van de onfeylbaerheyt van Godes wetenschap, ende onveranderlickheyt van sijn besluyt, daer mede hy besloten heeft den val toe te laten, ende ten goede te ordineren? A ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 164
Van den Val160des Menschen.V. Wat instrument ofte wat listen heeft de Duyvel gebruyckt om den mensche tot dese sonde te brengen ? A. De slange. V. Waerom gebruyckte hy de slange, ende niet c een ander dier? A. Om dat de slange listiger was dan eenigh dier op den velde. Genes. ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 165
Van den Val boom,161wat goet hy daer door soude wat quaet hy soude vervallen.soude bevindenverliesen, ende indes Menschen.,V. Wat is het voor een vrucht geweest, die op desen boom wiesch? A. Dat weet men niet. V. Is het niet een appel gewees ...