GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1.945 resultaten
Filteren
van 195
1891-01-01
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 186

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 186

Van182 V.WatisGodtsde Straffe. toorne tegen de sonde der ver-worpenen ? A. Een wil, genegentheyt ende voornemen om deselve te straffen met de tijtlicke ende eeuwige doot ,ende verdoemenisse. V. Wat is Godts toornetegen de sonde der geloovige ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
233 woorden
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 188

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 188

Van184de Straffe.A. Luce 12. 47. Ende die dienstknecht, welcke geweten heeft den wille sijns Heeren ende sich niet bereyt noch na sijnen wille gedaen heeft, die sal met vele slagen geslagen worden, vs. 48. Maer die deselve niet geweten heeft, ende gedaen heeft dingen, die sla ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
241 woorden
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 190

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 190

Van de186ccdbcStraffe.A. Een rechtveerdige straffe, V. Straft Godt dan niemant onrechtveerdighlick ? A. Neen. V. Kan hy dat wel doen? A Neen. V. Waer uyt bewijst ghy dat ? A. Genes. 18. vs. 25. Soude de Richter der gantscher aerde geen recht ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
239 woorden
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 185

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 185

Van de181Straffe.A. Door sijn eygene vrywillige ende moetwillige ongehoorsaemheyt gelijck dit in 't lanck ende breede is aengewesen op de 6. ende 7. Vrage. :Vrage10.Wil Godt sulcke ongehoorsaemheyt ende afval ongestraft laten?Antw.hem ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
169 woorden
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 189

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 189

:Van V.Waerom wordt185de Straffe.dese sonde genoemt een sondetot der doot?Omdat soodanige sonde nimmermeer vergeven Matth. 12. vs. 32. Maer soo wie tegen den Heyligen Geest sal gesproken hebben het en sal hem niet vergeven worden, noch in de ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
234 woorden
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 191

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 191

,Van deStraffe.187overkomen, soo na lichaem als na ziele. V. Wat noemt ghy eeuwige straffen? A. Die straffen, die den mensche treffen na dit leven in de helle. V. Waer in bestaen die straffen? A. In verschoven te zijn van Godts aengesichte ende in het dragen van den to ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
189 woorden
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 192

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 192

Van188de Straffe.V. Is dese rechtveerdighevt Godts inhemnootsa-kelick?A. Ja. V. Waer uyt bewijst ghy dat? A. Rom. 1. 32. Dewelcke daer sy het recht Godts weten, &c. Siet oock 2. Thess. 1. 6. V. Godts rechtveerdigheyt , hanght die aen sijnen vri ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
194 woorden
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 193

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 193

,,Van de189Straffe.en dat hij wel kan laten sijn barmhertigheyt te oeffenen tegen eenen ellendigen? A. Om dat Godt aen geen creaturen verbonden is, om hem der solver te moeten ontfermen, maer dat alle creature aen Godt verbonden is, om sijn recht met gehoorsaemheyt of ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
266 woorden
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 194

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 194

Van190de Straffe.V. Is de kennisse van dese nootsakelicke rechtveerden natuerlicken mensche oock eenighsins bekent ? A. Ja: Kom. 1. 32. Dewelcke, daer sy het recht Godts weten, &c. V. Is dan de sonde soo grouwelick, dat Godts gerechtigheit dezelve niet kan ongestraft late ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
236 woorden
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 195

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 195

Vanhet Middel der Verlossinge.191A. Neen. V. Doet dan het tijdehek verdriet geen afslagh aen de eeuwige pijnen, die de sonde verdient heeft? A. Neen. V. Hoe soude een mensche konnen versterckt worden tegen de verleydinge der sonde? A. Dat hy acht neemt op dit schrickehck drey ...

Abraham Kuyper Collection
Gijsbert Voet
132 woorden
van 195