Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 428
Van424ChristiMenschwerdinge.of toevallige vereenigingeaenneemt, ende met cdsijngelijck yemant een kleet lichaem vereenight? ,Een wesentlicke.A. V. A. V. A. V.Is heteen onverkeerlicke vereeniginge?Ja. Is het ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 429
VanChristiMenschwerdinge.425A. De hedendaegsche Luterschen. V. Kan de Godtheyt aen de menscheyt hare eygenschappen wel mededeelen? A. Neen. V. Waerom niet? A. Om dat Godt hemselven niet en kan versaken, 2. Tim. cap. 2. vs 13. 2. Om dat de menscheyt als dan geen mensche ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 431
Van d d bMenschwerdinge.V. Hoe, in een natuer? A. Neen. V. Hoe dan in een persoon ? A. Ja. V. Magh ick wel seggen, die sterffelicke427,sterffelickecChristiisde on-Godt?A. Ja. V. Magh ick wel seggen, Godt de mensch heeft ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 430
Van426 ddChristi Menschwerdinge.V. Doen was hy noch niet opgevaren; maer is de menschelicke nature niet over al tegenwoordigh geworden door ende na de hemelvaert? A. Neen. V. Bewijst dat? A. 1. Om dat hy voorseght heeft, dat hy soude wechgaen ende de werelt verlaten. J ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 434
Van430cChristi Menschwerdinge.A. Dat weet men niet. V. Soude men niet konnen besluyten, dat'er drie geweest zijn uyt de schatten die sy gegeven hebben, namelick gout, wieroock myrrhe ? A. Neen want een alleen konde alle dese schatten wel uytgereyckt hebben. V. Is de jo ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 432
Van428ChristiMenschwerdinge.A. In de volheyt des tijts Galat. 4. 4. als de scepvan Juda soude wechgenomen werden, Gen. 49. 10. staende den tweeden Tempel, Hagg. 2. 7, &c. ten eynde van de 70. weken. Dan. 9. 24. als Augustus Keyser was, Luc. 2. 1. als Herodes Koninc ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 433
Ö,;VanChristiMenschwerdinge.42Luce 2. 22, 23. 2. Om dat Maria selfs de sonde is onderworpen geweest. 3. Om dat Maria, volgens Godts woort, van andere menschelicke smerten niet vry geweest is Luce 2. vs. 35 48. De Papisten selfs spreken veel van seven ween die Ma ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 436
432VanChristi Menschwerdinge.heyt des persoons, blijckt alhier in desen Sondagh uyt sijne menschwerdinge. c V. Is dese leere van Christi menschwerdinge nootsakelick ter sahgheyt? A. Ja. c V. Soude men dan niet konnen saligh worden, als men die verwerpt? A. Neen. c V. Doet dat ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 435
VanChristi Menschwerdinge.431A Daer wort een boecxken gevonden sonder naem, *) het welck fabuleert dat de sterre hadde de gedaente van een kleyn kint en boven haer de gelijckenisse van een kruys, gebiedende den Wijsen, datse reysen souden. Maer wy seggen met den Oudtvader Aug ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 440
Van436het Lijden Christi.hy 't sien. Matth. 26. vs 38. Mijne ziele is geheel bedroeft tot der doot toe. ende 27. 46. Joh. 12. 27. d V. Hebt ghy oock niet een krachtige reden om te bewijsen, dat Christus in sijn ziele geleden heeft, ja ,moest hjden? A. Ja. V. Welck is d ...