Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 563
Van559de Eoepinge.de natuerlicke mensche en begrijpt niet de dingen die des Geests Godts zijn &c. V. Wie zijn die gene, dewelcke seggen dat de natuerlicke mensche Godts woort ter saligheyt kan aen,,hooren ? A. De Remonstranten Mennoniten &c. V. Is 'er ee ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 564
Van de Roepinge.560van desesijne krachtige roepinge tot het geloove in Christum, &c, ? A. Soo ghy dit werck Godts insiet, ten aensien van het eerste moment ende oogenblick, voor soo veel de mensch noch t'eenemael is buyten den staet der genade, soo seggen wy, dat de mensc ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 565
,Van de Eoepinge.561dispositien zijn in den natuerlicken mensch, daer op de Heere sien soude in 't stuck van de wedergeboorte ende roepinge tot het geloove in Christum, Als oock, dat de natuerlicke mensch selfs in 't eerste momentende oogenblick van sijn krachtige roep ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 566
Van de gemeynschap562der Heyligen.ende gaven gemeynschap hebben. Ten anderen, elck hem moet schuldigh weten sijne gaven ten nutte ende ter saligheyt der anderen lidtmaten, gewilUghlick ende met vreughden aen te leggen. datV. Is'er dan oock een gemeynschap der Heyligen? ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 567
Van de gemeynschap V.Hebben dan de wareChristi,gemeynschap aender Heyligen.563geloovige, als lidtmaten allesijnegoederen endegavensoo verre hare saligheyt sulcks vereyscht , en dat ten aensien van dat geestelick houwelick het w ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 569
Van de Vergevingeder sonden.565Hoedan te verstaen het gene staet Matth. is ende Johan. 20. 23.? A. Dat is, dat sy sulcks doen als dienaers van Christi wegen, en uyt Christi name. V. Waer uyt blijckt dese verklaringe ? A. 2. Corinth. 5. 18, 19, 20. Jerem. 1. 9. 10 Siet ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 568
Van564de Vergevinge der sonden.goederen,sijnerinKerckenallen,in allen tijden,plaetsen en occasien. d V. Soudt ghy dit niet eenighsins konnen bewijsen uyt de omstandigheden van den text? A. Actor. 5. 4. Soo het gebleven ware en ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 570
566 b bcVan de Vergevingeder sonden.V. Is'er anders geen middel A. Neen. V. Soude Godt de Heere de om de goede wercken, die de A. Neen. V. Wie seggen dat? A. De Papisten. V. Kan yemant wel goedetotvergevinge?sonden niet vergeven,menschen doe ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 571
Vande Vergevinge der sonden.567V. Vergeeft Godt dan erfsonden ende dadelicke sonden ? A. Ja. V. Vergeeft hy oock alle kleyne sonden? bbA. Ja. V. Maer is het wel noodigh dat Godt de kleyne sonden vergeeft? A. Ja. c V. Waerom? A. Om dat de mensche selfs om een kle ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 572
Van de Vergevinge568b dder sonden.A. Neen. V. Wie seggen dat? A. De Papisten, V. Op hoe veel manieren konnen sy voldoen, na haer gevoelen? A. Op verscheyden manieren, in dit leven door Bedevaerden, Zielmissen, Aflaetsbrieven, Aelmoessen, Vasten hemselven te geesselen, ...