Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 285
Van het eenigh Goddelick Wesen.281A. Als Godt geseyt wort te zijn een almachtigh, alwetende, rechtveerdigh, genadigh, barmhertigh eeuwigen Godt, van welcke eygenschappen wy in 't vervolgh sullen spreken. V. Ghy hebt nu aangewesen wat Godt is, ten aenzien van sijn namen seght my nu o ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 284
:,280Vanhet eenigh Goddelick Wesen.ende dienvolgens onnoodigh hier lange op te staen. V. Heeft dese naem eenige bysondere kracht, om eenigh quaet (door 't gebruycken van dien naem, 't zy met deselve te schrijven, ofte te spreken) wech ende om eenige wijsheyt de mensche ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 480
Van476Christi Opstandinge.maer oock de doot overwinnen, niet alleen sterven Hose. cap. 13. vs. 14. Hy moest, als Middelaer, Godt en mensche een eeuwigh Koninckrijck hebben, Psalm ,,Luce 1. 33. Hy moest, sijne offerhande hier ingaen in het heylige op aerde gedaen ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 478
Van474Christi Opstandinge.A. Om dat als dan de almachtigheyt soude strijden tegen de nature ; het wesen ende absolute volmaecktals hem konnende versaken heyt Godts tegen 2. Tim. 2. 13. Hy en kan hemselven niet verloochenen, V. Kan Godt, volgens sijne almachtigheyt, een d mens ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 479
Van475Christi Opstandinge.V. "Wanneer is Christus dan opgestaen? A. Na dat de Engel de steen van het graf hadde afgewentelt.V. Konde Christus den steen niet wechdoen door Goddelicke kracht? A. Ja. V. Waerom heeft hy hier toe dan den dienst van den Engel gebruyckt? A. O ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 546
, ; ,,Van542de algemeyne Christelicke Kercke.V. Kan dat wel geschieden? A. Neen. V. Bewijst dat? d A. Matth. 16. 18. met Luc. 1. 33. Ende sijns Koninckrijcks en sal geen eynde zijn. y. Maer soudt gliy niet, tot overtuyginge van de d eenige luyden konnen noemen, die voo ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 545
,Van de algemeyneChristelicke Kercke.541A. Tot onse Kèrck. V. Waerom tot de onse? A. Om datse de ware Kercke is. V. De Papisten seggen, dat onse Kercke de ware Kercke niet is, nadien daer vele secten in zijn? ontkennen dat 'er secten in onse Kercke A. zijn; maer wel da ...
Voor een distel een mirt - pagina 26
HET WOORD ALLEEN NIET GENOEG.//Uw Woord, o Heere , is zijn angst uit doet roepen: mij een ]amp voor mijnen voet." En toch, op den langen, bangen weg door het leven kan ook het schijnsel van dat voor hem uitgaand lichthem geen duurzamen vredebrengen.Dat altoos voortgaan ...
Elfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 42
XLantwoord te mogen verblijd v^^orden, kwamen slechts weinig antwoorden in, waardoor voor ons de vraag onbeantwoord blijft, hoe het toch komt, dat het Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag nog zoo weinig de belangstelling schijnt op te wekken van onze Christelijke Gereformeerde broe ...
Elfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 1
Pil, f^ELFDE JAARVERSLAG VAN DEVEREENIGING VOORHOOGEE OSDERWIJS opGereformeerden Grondslag.—«il•-AMSTERDAM, KEIZERSGRACHT 162. 1891.BUREEL:V_., | 1J1 1'1 ...