Ideëel en reëel - pagina 24
22Twee opmerkingen van gewicht zijn hier tegen in te brengen. In de eerste plaats toch is het feitehjk niet, of althans nu niet meer, juist wat Hartmann van de physica zegt, dat zij alle stof in systemen van krachten oplost. De physica spreekt voor haar doel^ en dan volkomen terecht, van s ...
Ideëel en reëel - pagina 35
33 Dat de dingen in het licht verschillende kleuren vertoonen, is een gevolg, niet alleen van het bestaan van licht, maar ook van hun verschillend zijn ten opzichte van de werking van het licht; dat de toestand, dien wij hardheid noemen bij verschillende warmtegraden verschillend is, is een gevol ...
Ideëel en reëel - pagina 25
23werkende krachten, tusschen de atomen der materie. — •— Nu, tegen het einde der eeuw heeft de physica zich met voorliefde gekeerd naar eene andere opvatting; onder den invloed van den overweldigenden indruk, dien de ontdekking van het principe van het behoud der energie op haar gemaakt h ...
Ideëel en reëel - pagina 7
Hoogeerzame Hecren Directeuren onzer _ Vereeniging, Hoogachtbare Heeren Curatoren dezer Hoogeschool, Hooggeleerde Hecren Hoogleeraren, Zeergeleerde Heeren Doctoren in onderscheidene wetenschappen, Weleerwaarde Heeren Bedienaren des Woords, Weledele Heere^i Studenten, En voorts gij allen, die van ...
Ideëel en reëel - pagina 8
6 ons niet wordt ontkend, althans de onmogelijkheid van de ware kennis dezer dingen voor den mensch als een onomstootelijk feit geleerd. Ook op het gebied der bijzondere wetenschappen dringt zich gedurig de vraag aan ons o p : wat is werkelijkheid» wat is schijn ? Het antwoord hangt af van het wi ...
Ideëel en reëel - pagina 36
34 Wij zien het ontzaglijk verschil niet voorbij, dat er bestaat tusschen onze gewaarwording als psychisch verschijnsel, en wat die gewaarwording veroorzaakt langs den physischen weg. Alleen dit beweren wij, en wij meenen dat het voor geen tegenspraak vatbaar is : de werking van wat Kant het Ding ...
Ideëel en reëel - pagina 9
7 die aan deze wetenschappen, ja aan elke wetenschap, ten grondslag liggen. Ik zal mij dus begeven op wijsgeerig gebied en meen niet noodig te hebben mij daarover te verontschuldigen, alsof ik mij ging wagen op een terrein, dat het mijne niet is; ja ik ga verder en meen te mogen zeggen, dat ik he ...
Ideëel en reëel - pagina 26
24held niet eerst een onderzoek wordt ingesteld. Die onderstellingen, axioma's en grondbegrippen nu, als betreffende de eerste elementen van onze kennis, behooren tot het terrein der philosophie, moeten door haar worden getoetst, in onderling verband gebracht, zoo mogelijk ook verklaard en ...
Ideëel en reëel - pagina 10
8 wier natuur, in eenzaam zelfbehagen verzonken, aan de volheid des levens geen behoefte kent. Zij is in de oogen harer vijanden wat Vergilius van de vrouw zegt, wispelturig en veranderlijk, terwijl haar vrienden haar bestendig wezen roemen. Nu eens verheft zij zich vol Ahnung tot de hoogste sfer ...