„hun kromen voor den troon”.
Zoo vielen de vier en twintig ouderlingen voor Hem die op den troon zat, en aanbaden Hem die leeft in aUe eeuwigheid, en wierpen hunne kronen voor den troon. Openb. 4 : 10. De kroon i, s voor ons menschelijk besef de zinnebeeldige uhdrukking óf van heerschappij óf ...
Van de gemeene Gratie.
TWESDE STUK. XII. Hij was in de wereld, en de wereld, is door hem gemaakt, en de wereld heeft hem niet gekend. Joh. I : lo. In den dusgenaamden Proloog van Johannes (Joh. I : I—14) worden van het eeuwige Woord vijf onderscheide ...