De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 42
40 in een afzonderlijkwerk heeft bearbeid i).Als ,;Scientia Sacra regendiEcclesiam visibileni", valt zij met haar drie deelen: d e a g e n d i s , d e p e r s o n i s en de a c t i o n i b u s , buiten de ethiek en dus buiten ons onderwerp.Na dus op de inrichting van z ...
De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 41
39 A c a d e m i c a e in 1664 verscheen. Dit werk is ontstaan uit zijn colleges over de ascetiek, waarbij zooals wij weten de leer van het gebed den grondslag vormde. Hoewel volkomen te huis in de mystiek der middeleeuwen en der Jezuïeten, kan VOETIUS toch niet —zooals hij dat dan ook in de best ...
De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 40
38 onderwijs in de ethiek had ingericht i). Deze inrichting was vrij eenvoudig. VoETius onderscheidt twee deelen in de Theologie, een theoretisch en een practisch, en in dit laatste, de Theologia practica, heeft hij dan weer drie onderdeelen: de moraal, de ascetiek en de politica ecclesiastica me ...
De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 39
37 Immers het woord „godzaligheid" was de staande uitdrukking geworden voor wat de Engelschen piety noemden. Deze ,,Proeve" was gericht tegen een geschrift van zekeren TILENUS, die, in de meening, dat de Dordtsche orthodoxie onvruchtbaar was voor het leven, van Calvinistisch Arminiaansch predikan ...
De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 38
36 door WILLEM TEELLINCK. gewonnen.Zelf getuigt hij van dezen: ,,hijheeft mijne oogen geopent". i) TEELLINCK, in 1579 te Zieriksee geboren, had als jonge man eenige jaren in Engeland in de puriteinsche kringen verkeerd, toen hij van daar in 1606 naar het vaderland terugkeerde. Het w ...
De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 37
35 haar b.V. in de „ S y n o p s i s P u r i o r i s T h e o l o g i a e " van 1625, terwijl de hoogleeraar RIVET, die sedert 1620 te Leiden doceerde, ook later van oordeel bleef, dat zij als dat deel der Theologie quae praxin pietatis et iustitiae docet i) — men ziet hoe dit vaststaande termen z ...
De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 36
34 \ \honestus te ontzeggen, miskent men — en dat is het kenmerkende in de puriteinsche richting — de werking der ,,gemeene gratie", verliest de continuïteit van het ethische leven en komt in strijd met het ook door de Heidenen „van nature de dingen doen die der wet zijn", waarvan de Schri ...
De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 35
3B gevolgd, en wel zoo, dat de eerste tafel der wet saamgevat wordt onder het begrip religio en de tweede onder die van iustitia et charitas erga proximiim. In dit tweede stuk maakt AMESIUS niettegenstaande zijn onverholen afkeer van A r i s t o t e l e s een ruim gebruik van onderscheidingen als ...
De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 34
3'i „res ipsae credendae", dus objectief,, maar iets in het subject zelf. Fides, zegt RAMUS, est fiducia in Deum de ipsius beneficiis erga suam ecclesiam. i) Enzoo nuvindenwijhet bij PKRKINS en bij diens leerling AMESIUS.Alvorens op VoKTn;s terug te komen hebben ...
De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 33
31 niet verzwegen, dat er in deze Puriteinsche richting gevarenstaken.Allereerst wel, dat met hun echt Calvinistisch staan op de wet des Heeren als norm des levens, een zeker noniisme gejjaard ging, dat op het einde lier eeuw onder hen zelf zijn reactie kreeg in den strijd der A n t ...