De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 26
24 in 1634 te Bazel een tweede druk verscheen.In Duitschland geschieddedit door WENDELIN, den rector van het gymnasium te Zerbst, die in zijn ten jare 1665 verschenen C o m p e n d i u m de twee deelen der Theologie laat handelen de Dei agnitione et cultu. — Zoo was dan — en hierin ...
De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 16
u te wijzen, die reeds in deze elementen aanwezig, zoowel het ontstaan als de verdere ontwikkeling der Gereformeerde ethiek bepalen. " Voor zoover deze tegenstellingen de ethiek raken, hebben wij ze in verband te brengen eerst met de twee vragen: wat zedelijk goed is? en hoe het zedelijkgo ...
De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 35
3B gevolgd, en wel zoo, dat de eerste tafel der wet saamgevat wordt onder het begrip religio en de tweede onder die van iustitia et charitas erga proximiim. In dit tweede stuk maakt AMESIUS niettegenstaande zijn onverholen afkeer van A r i s t o t e l e s een ruim gebruik van onderscheidingen als ...
De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 17
15 heeft voor hen zelfs het karakter van een nieuwe Goddelijke wetgeving, waarbij de Christus als „novus legislator" optreedt. Met dit al wordt boven, ja tegen het geschreven Nieuwtestamentische Woord hier de rede gesteld, waar toch het Sacianisnie, leert, dat in dit Woord niets met de rede strij ...
De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 19
17 Uit deze diflerenties in het dogma omtrent den mensch openbaren zich nu ook verschillen in de gemeenschappelijke belijdenis, dat de zedelijkheid ontstaat uit de schepping naar Gods beeld. Doet de mensch het goede op menschelijke wijze, men verstaat daaronder, dat hij het doet in den vorm van h ...
De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 36
34 \ \honestus te ontzeggen, miskent men — en dat is het kenmerkende in de puriteinsche richting — de werking der ,,gemeene gratie", verliest de continuïteit van het ethische leven en komt in strijd met het ook door de Heidenen „van nature de dingen doen die der wet zijn", waarvan de Schri ...
De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 37
35 haar b.V. in de „ S y n o p s i s P u r i o r i s T h e o l o g i a e " van 1625, terwijl de hoogleeraar RIVET, die sedert 1620 te Leiden doceerde, ook later van oordeel bleef, dat zij als dat deel der Theologie quae praxin pietatis et iustitiae docet i) — men ziet hoe dit vaststaande termen z ...
De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 38
36 door WILLEM TEELLINCK. gewonnen.Zelf getuigt hij van dezen: ,,hijheeft mijne oogen geopent". i) TEELLINCK, in 1579 te Zieriksee geboren, had als jonge man eenige jaren in Engeland in de puriteinsche kringen verkeerd, toen hij van daar in 1606 naar het vaderland terugkeerde. Het w ...
De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 39
37 Immers het woord „godzaligheid" was de staande uitdrukking geworden voor wat de Engelschen piety noemden. Deze ,,Proeve" was gericht tegen een geschrift van zekeren TILENUS, die, in de meening, dat de Dordtsche orthodoxie onvruchtbaar was voor het leven, van Calvinistisch Arminiaansch predikan ...
De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 40
38 onderwijs in de ethiek had ingericht i). Deze inrichting was vrij eenvoudig. VoETius onderscheidt twee deelen in de Theologie, een theoretisch en een practisch, en in dit laatste, de Theologia practica, heeft hij dan weer drie onderdeelen: de moraal, de ascetiek en de politica ecclesiastica me ...