Uit de Pers.
Dr. n. H. Kuyper nadert het einde zijner beschouwingen over de Verkiezing tot het ambt.Op één na zijn slotartikel luidt aldus: Nu het dubbele misverstand, dat in den weg stond aan een bevredigende oplossing van het vraagstuk, hoe de verkiezing tot het ambt moet plaats vinden, uit de ...
De taak der toekomst.
XII. Amsterdam, 16. Februari 1900.Volge thans op de derde bedenking ons antwoordOngetwijfeld is aan de Canones een tijd, een theologische werkkracht, een moeite van binnen-en buitenland en een schat van geld ten koste gelegd, die verre hetgeen ter onz ...
Toetsing.
XII. De Universiteit, zoo betoogt Dr. Kuyper verder, is dienare.sse Gods en heeft te wandelen bij het alzijdig licht dat het Gode belieft over ons te doen schijnen. Maar dat neemt niet weg, dat onze menschelijke beperktheid onbekwaam blijft, om al dat licht in voll ...
„En hij zal niet meer daar uitgaan.”
Die overwint, ik zal hem maken tot een pilaar in den tempel mijns Gods, en hij zal niet meer daar uitgaan; en ik zal op hem schrijven den naam mijns Gods, en den naam der stad mijns Gods, namelijk des nieuwen Jeruzalems, dat uit den hemel van mijnen God afdaalt, en ook mijnen ...
De Kerk van Christus en de armen of ongelukkigen.
VII. Tal van bewijzen zijn er aan te voeren voor de waarheid, dat Jezus' kerk in de eerste eenwen onzer jaartelling opkwam voor ongelukkigen en verdrukten, zonder het kwaad op eenige wijze te vergoelijken. Gregorius van Narianze begon, in eene rede, uitgesproken in ...
Van de gemeene Gratie.
LAATSTE REEKS. XV. KERK EN STAAT. III. Dewelke is het beeld des onzienlijken Gods, de eerstgeborene aller creature. Colossensen I : I5. A ...