Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 31
32in kennis der r e a l i a ,1 3 4) laat ontaarden, maar o o g kreeg voorden dieperen ondergrond, dat men in 't algemeen niet meer de wetenschap in het begrip laat opgaan, niet meer onwetenschappelijk noemt wat aan alle wetenschapvoorafgaat.E d o c h , vo ...
Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 32
33logische,dat pretendeertde waarheid te zijn en te hebben.Bij het rationalisme is geen zoeken en tasten: het meent alles gevonden geworden,te hebben. H e t is zichzelf genoegzaam; of, kritisch bakent het zelf de grenzen zijner kennis zich af, enstreeft n ...
Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 33
34op den v o o r g r o n d treedt; gelijk ook CALVIJN P l a t o prijst, „die dickwils gheleert heeft, dat de hooghste gelucksaligheyt der ziele gelegen is in hare gelijckheyt met G o d t , wanneerse sijn kennis begrepen hebbende, gheheel in hem w o r d t overghestelt en verandert."1 ...
Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 34
35de eervolle, maar ook zware taak te aanvaarden:daarmedeopgedragen, die ik nu stahebt G i j het uitgesproken, dat, hoej o n g en hoe w e i n i g ervarenik n o g w a s op het terrein derwetenschap, G i j het vertrouwen koesterdet, dat het te verric ...
Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 35
36worden, dan zijt G i j daarvan zelf de oorzaak door de vriendelijkheid, waarmede G i j mij steeds zijt tegemoet g e k o m e n ; eene vriendelijkheid die mij ook nu moed geeft, o m den nauweren omgangmet U niet slechts niet te vreezen, maar veeleer metblijde verwachting tege ...
Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 37
38HERACLITUS met de h e m eigen scherpte van deTroXvftxbivi ge-tuigde : „Veelweterijleertniet verstandze het Hesiodus geleerdhebben en Pythagoras, en wederomXenophanes en Hecataeus." Ente hebben; want dan z o u1 5 4) ...
Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 36
37houden niet slechtsmijn eigen naam, maar den driedubbeleneerenaam v a n U w zoon, U w leerling, U w ambtgenoot. W a n n e e r i k , M . H . Studenten, tot U het laatst mijne woorden richt, dan is dit niet i n de eerste plaats, wijl U w rang en stand in onze civitas academic ...
Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 38
39Ik ben, M . H . , aan het einde van mijne taak; welhaast zal het designatus niet meer aan mijn titel kunnen worden toegevoegd. W a n n e e r op den dies solennis de Romeinsche consuls hun ambt aanvaardden,begaven ze zich, na de auspicia geraadpleegdtehebben, met hunn ...
Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 39
AANTEEKENINGEN. ) Vgl. C . B U R S I A N , Geschichte der classischen Philologie in Deutschland. München und Leipzig 1883. Druck und Verlag von R. Oldenbourg, II, pag. 1 2 1 7 ; L . M Ü L L E R , Geschichte der klassischen Philologie in den Niederlanden. Leipzig, Teubner. 1869. x23 ...
Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 40
42 len, die de vóór-Aristotelische wijsbegeerte behandelen: I, l (1892), I, 2 (1892); II, l (1889). ) Hoe dit bedoeld is, zal straks nader uit de aangehaalde voor beelden kunnen blijken. Om aan alle misvatting den pas af te snijden, ware hot wellicht het duidelijkst, te spreken van miske?ining va ...