1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 77
71 zoeken wat er van verwezenlijkt is in de natuur. Deze deductieve opvatting van 't vraagstuk sluit echter 'n gevaar in. Wel onderscheidt hij zich van de naïeve realisten gunstig door b.v. terstond te erkennen dat de logisch mogelijke causaliteitsvormen die hij type II en III noemt, niet empiris ...
1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 78
72chemie eenerzijds en van de psychologie anderzijds. De keninhouden der biologie behooren dus tot het terrein waar de genoemde twee methodologische vormen moeten saamwerken. De wijze waarop 't psychische en 't physische op elkander passen ontgaat aan de ervaring: we kunnen alleen zeggen d ...
1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 79
73wordt 't object der biologie een saamwerkingsphaer, niet van ziel en lichaam, maar van 't onpersoonlijk-psychischc en materie, waarvan in de empirische wetenschap de materie afzonderlijk voorkomt. De materie is dus geen abstractie, de tot lichaam georganiseerde materie zonder de ziel wel ...
1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 80
74Maar als op deze wijze de werkelijkheid van den organischen vorm moei bewezen, staat de zaak zelf vrij wanhopig! Allereerst is een gewichtig bezwaar tegen BERKELEY, dat hij tot staving van z'n bewering dat er geen algemeene voorstellingen bestaan, zich beroept op 't voorbeeld „de driehoe ...
1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 81
75stelling mogelijk, bij de abstractie uit de ruimtelijk-tijdelijke werkelijkheid vindt men beide: algemeen begrip maar ook algemeene voorstelling, 't Algemeene begrip is voor de constructieve en abstracte beide de samenvatting van de kenmerken. Maar dan treedt er verschil op. Bij 't eerst ...
1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 82
76vervalt dus wanneer hij dien organischen vorm niet als het kenmerkende der biologische werkeh'jkheid maar ais de werkelijkheid zelve opvat, tot begrippen-realisme, dat de juiste probleemstelling als oplossing beschouwt. Want inderdaad is de dynamische vorm, zooals DRIESCH hem in verband ...
1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 83
77 omdat ze zich als Ordnungslehre verheffen kan boven den strijd der partijen '), maar ook haar begrenzing: de phaenomenologie moet steunen op een actieve, schoon normatieve, en niet op een passieve kenleer en in laatster instantie op een daarbij passende metaphysica. De „organische vorm" is een ...
1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 84
78 2«. Wat de deductieve methode betreft die DKIESCH tot z'n stelsel bracht — deze is op zichzelf zeer goed; maar in het niet voldoende weerstand bieden aan den psychologischen drang het logisch-mogelijke in een bepaalde groep van verschijnselen verwezenlijkt te zien schuilt een gevaar, dat DRIES ...
1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 85
Nofulen dep Vergadering, gehouden op Dinsdag 18 Mei 1920, des voormiddag te 11 ure, in Café de Kroon te Den Haag.Aanwezig de leden: SCHERMERS, J . BRUIN, F. J . J . BUYTENDIJK, JOH. B. J.VAN DER SPEK, F.S . T . HEIDEMA, L. BOUMANBAVINCK, H . SAP, A . J . DE BLINDE, G . ...
1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 86
80Hiervan moet aan nog loopende rekeningen worden betaald f 78.—, zo dat de penningmeester thans beschikt over ruim f 300.—. „Deze sterke achteruitgang," aldus de penningmeester, „is deels een gevolg van de vergoeding van reis- en verblijfkosten ^er bestuursleden en sprekers en dan vanzelf ...