31
mee is niets gezegd over de kennistheoretische zijde van ons vraagstuk.
Daartoe is noodig te wijzen op een staat van zaken, die van den rechter
eischt deze en niet andere psychische factoren te doen gelden, m. a. w. er
dient te worden gewezen op het kennistheoretisch fundament, op het
„quid ju ...