1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 26
18 En zoo is het ook met de resultaten der vergelijkende anatomie. We noemden straks als voorbeeld de overtollige tepels. Men kan toch zeer w^el de opvatting verdedigen, dat er een natuurwet, of wil men scheppingsgedachte, bestaat, die vordert dat tepels, wanneer zij om de een of andere, bekende ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 27
19 b.v. de eenvoudige opvatting, dat alle soorten gelijktijdig naast elkaar geschapen zijn, — behalve de waarneming van de fossiele stamboomen, die de palaeontologie aan het licht bracht. Deze waarneming schijnt zeer moeilijk te rijmen met het Genesisverhaal naar zijn meest eenvoudige opvatting. ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 28
20 litteratuur en hij citeert zeer veel de meest eminente autoriteiten in dit land en in Europa." „Wanneer men" — schrijft Miller — ,,de geschriften leest van Price die een aangenamen literairen stijl heeft en de auteursgave om de zaken populair voor te stellen, dan moet men het betreuren, dat de ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 29
21 ook door den een met meer vrijmoedigheid dan door den ander. Er zijn bedachtzame geologen, die opmerken, dat men hier met groote omzichtigheid te werk moet gaan en alleen geslachten, die een zeer snelle evolutie doorgemaakt hebben, mag gebruiken. Maar toch geven alle geologen toe, dat de aardl ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 30
22 solideerd materiaal, dat aan tertiaire formatie of pleistoceen doet denken. Dan somt Price een aantal voorbeelden op van v\'at men in de geologie noemt deceptieve conformiteit. Men spreekt van deceptieve bedekking wanneer een jonge laag op een zeer oude ligt, Den laatsten tijd zijn er heel wat ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 31
23 dat er een zeker verband zou bestaan tusschen bepaalde aardformaties en bepaalde dierengroepen, maar hij meent, dat dergelijke dierengroepen veel meer naast elkaar dan na elkaar geleefd hebben. Zoo zegt hij b.v. dat niemand kan bewijzen, waarom met tegelijkertijd de tribolieten in de zee en de ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 32
24 zijn te eng dan dat men zou kunnen aannemen, dat de specialisatie na de catastrophe zich binnen die grenzen zou hebbed afgespeeld. Daarom neemt hij aan dat de families geschapen zijn en daarbinnen nog nieuwe soorten door adaptatie aan veranderde leefwijze en klimatologische toestanden ontstaan ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 33
Waar begint het immaterieele bij dier en mensch? door Dr, G, F. GEZELLE MEERBURG. Onder invloed van het werk van Kepler, Galileï, Newton in de ]6e en 17e eeuw was de filosofie na de renaissance niet ontsnapt aan de greep der mathematische wereldbeschouwing. Astronomische en physische problemen wa ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 34
26 Het bestaan van een ziel werd niet ontkend, maar deze kon niet anders gedacht worden, dan naast den gesloten keten van veranderingen, welke ons lichaam ondergaat. Zoo is in de natuurfilosofie de diepe oorzaak te zoeken van het parallelisme tusschen de physische en de psychische verschijnselen, ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 35
27 stel hangt af van mij; het objekt wordt door het voorstellende subject gezien, gehoord, getast, maar deze kwaliteiten zijn afkomstig van het subjekt; het objekt zelf blijft dus aan het subjekt onbekend. Zoo benadert de realist den idealist, beiden kenmerken zich daardoor, dat zij het objekt lo ...