Filteren
van 90
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 136
126 5—10 cc fcloed noodig voor één bepaling, thans gemiddeld minder dan 1 cc, soms zelfs druppels; 0,1—0.3 cc. Het voordeel hiervan is zeer groot, immers men kan, in verband met de voedingstoestand, meerdere malen op een dag het gehalte nagaan. Zoo bepaalt men niet alleen een bloedsuikergehalte v ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 137
127 hier scherp de goede gevolgen; beter dan met de oudere methoden van onderzoek: er zijn afwijkingen, waarbij suiker in de urine voorkomt (b.v. diabetes-insipidus), die niet vallen onder het kader suikerziekte, omdat het bloedsuikergehalte normaal is. Ook het omgekeerde doet zich voor; iemand h ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 138
12g Weinig belangstelling, calcium en fosfor reeds meer in verband met rachitis (Eng, ziekte) en nephritis (nier-aandoening), In het centrum der belangstelling staat de glucose-bepaling, vooral sinds het gebruik van insuline, Hoe ver wij nu met onze chemische kennis van het bloed zijn is moeilijk ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 139
12^ keurigheid op 5 %, dan bepaalt men tot 5 J nauwkeurig. Voor kreatinine, urinezuur, fosfor, komt men tot een nauwkeurigheid van + 1 7- voor galkleurstof (bilirubine) zelfs tot 0.1 y. Men bereikt dus een schijnbare nauwkeurigheid, die bijzonder groot is, U ziet uit deze gegevens dus ook, hoe ge ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 140
130 langzamerhand ook kunnen zeggen: men verwart klinische met biologische betrouwbaarheid. Eenige voorbeelden: Iemand met 2 "lm suiker in zijn bloed zal, onder zekere restricties, afhankelijk van methode e.d., misschien wel 2 maal zooveel suiker hebben als een ander met 1 /oo. vrij zeker heeft h ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 141
131 Wij doen in het algemeen veilig zooveel mogelijk de bepalingen te doen in serum of plasma, dan zijn wij, wat de N-houdende lichamen betreft, een heel eind klaar. Het is jammer, dat, juist wat de glucose betreft, hieraan om allerlei redenen nog niet kan worden gevolg gegeven. Verder is het ide ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 142
132 dat natriumhydroxyde bevat als sterk alkalische stof, langzamerhand is de alcaliciteit verminderd door te gebruiken soda, daarna soda en bicarbonaat, en in de nieuwste methoden (enkele maanden oud), bijna uitsluitend bicarbonaat. Dat de reduceerende stof niet uitsluitend glucose is, volgt ree ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 143
133 wezig is, Practisch is deze kwestie niet zoo urgent als zij lijkt, omdat de diagnostische waarde toch verkregen is met de oudere en de nu gebruikelijke methoden. En of nu later zal blijken, dat alle getallen met 10 of 20 % worden verminderd, och, dat is niet zoo belangrijk. Belangrijk is wel ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 144
134 V.KREATININE-BEPALINQ,De kreatinine komt in vrij constante hoeveelheid in de urine voor, zij kan quantitatief bepaald worden door de reactie van Jaffé: roodkleuring met pikrinezuur en loog. Ook de overige kreatinine-reacties kunnen met urine worden gedaan, de kreatinine kan in z ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 145
135 4o. Door verhitten gedurende 1 uur met 2 % loog wordt kreatinine ontleed, bloed-kreatinine niet. Wij zien hieruit wel zeer typisch, hoe gevaarlijk het is, een stof quantitatief te bepalen op grond van één enkele, niet specifieke kleurreactie, waarvan wij het mechanisme zelfs niet kennen. Ook ...
van 90
