Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 26
22 reeds „ondergebracht". Voorts is dit eenmaal voorkomende in de taalkunde niet wat deze bedoelt, dat het in de taal is, daar in de taal van alles geldt, dat het maar eenmaal voorkomt en daarom de taal, buiten de taalkunde gedacht, het zuiver onbepaalde is. De taalkunde gaat niet in de taal zelf ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 16
12 beider oneenstemmigheid lag, aan het licht. De geleding in tijdsvormen blijkt geen toevoeging aan den werkwoordsstam, onafhankelijk van wat die stam is; zij is een eigenschap, die afhangt van wat ieder werkwoord aan tijdsaspecten uit zichzelf meebrengt; al wat werkwoord is, heeft dan ook niet ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 35
31 paaldheid van het subject, die alle, gegeven en niet-gegeven gevallen omvat, vrijkomt. Synthetische bepaaldheid a priori duikt hier in de gestalte der taal omhoog. Hier naderen wij reeds grondvragen van wetenschap, die nooit alleen vragen van taalgebruik geweest zijn of zullen worden. W e l la ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 17
13 o-stammen veelal begonnen zijn als aoristi, kunnen dan werkwoorden niet evenzeer als gebiedende wijs, als deelwoord, als optativus zijn ontsproten ? En wat beteekent het voor den imperatief, het deelwoord, den optatief, dat het met die werkwoorden zoo is toegegaan ? Vanuit deze vraagstelling h ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 19
15 Ziehier de abstracte formuleering van het beginsel, waarop deze overwegingen mij schijnen te rusten : taalkundige begrippen zijn niet anders dan hun gevallen, voorzoover deze, behalve meerderlei, ook één zijn. Daar in de taal geen geval alleen geval is van zijn begrip, verandert met ieder nieu ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 36
32 zijn. Elke gestalte van den geest, ook het onbepaalde, heeft in het leven bruikbaarheid. Soms wordt er zoo practisch mee omgegaan, dat het is, of die geestesvorm alleen terwille van de praxis bestaat en, zichzelf niet herkennend, eenmaal in den waan verviel, van andere afstamming te zijn. Er i ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 37
33 uit een of ander belang, met vluchten in het onbegrensde evengoed als met drang naar omvattender kennis, naar hooger inzicht en meer beheersching. Het onbepaalde blijkt juist daarin 200 iets fundamenteels, dat het in gansch divergente richtingen functionneert. Er is een onbepaald maken als vra ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 38
AANTEEKENINGEN.1) Vgl. in het algemeen : K. JOEL, Die philosophische Krisis der Gegewart, 19212. Voor de taalwetenschap ; EISLER, Wörterbuch der philosophischen Begriffe, art. Sprache, Heft 14, 1929. A. SECHEHAYE, Programme et Methode de la Linguistique théorique Paris 1908. H. PAUL, Prinz ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 39
9) Vorlesungen über Syntax, Basel 1920, I, pg. 3 vlgg. 10) Principles and Methods in Latin Syntax, New York 1901. 11) MuTZBAUER, Die Grundbedeutung des Konjunktiv und Optativs, Leipz. 1908. LATTMANN, Neue Jahrb. f. Altert. wiss., 23, 529. DELBRÜCK, Grundriss etc. IV, 346.12) GERCKE'NORDEN, ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 40
24) BRUNOT, La Pensee et La Langue is bij mijn weten de eenige nieuwere grammaticus, die een afzonderlijke functie van het onbepaalde als onbepaald maken, of 'laten in de taal kent. Liv. V : Indétermination et determination, Ch. V, pg. 139: Moyens d'indéterminer les noms. Men kan overigens juist ...