Studentenalmanak 1930 - pagina 138
NACHTTOCHT. (Twee fragmenten.) 'k Zie weer die kleine, vreugdverkoren bende, Die toen zoo roek'loos in den nacht verdween — Was het de laatste kreet van 't schoon Voorheen, Waarmee ze blij zich stortte in 't onbeken ...
Studentenalmanak 1930 - pagina 139
NACHTTOCHT 121 En midden onder 't rustloos woordenstoeien : „Kijk!" wijst er een, „ze blijft ons waarlijk trouw!" En daar ontstijgt de schoone Manevrouw Een wolk, die van haar zilver na blijft gloeien. Maar s ...
Studentenalmanak 1930 - pagina 14
10 HOOGLEERAREN FACULTEIT DER GODGELEERDHEID, Dr, H. H, Kuyper, decanus. Dr, F, W, Grosheide, ab-actis. HOOGLEERAREN. Dr, H, H, Kuyper, Bloemendaalsche weg 7, Bloemendaal,opgetreden 26 J ...
Studentenalmanak 1930 - pagina 140
BLADEN UIT EEN HERFST-DAGBOEK. Woensdag 4 September. Het is nu volop herfst al buiten; — eiken ochtend ga ikdoor een late heerlijkheid met droomende boomen bovenmijn hoofd en een zingend hart om dit geluk. Dit geluk is ...
Studentenalmanak 1930 - pagina 141
BLADEN UIT EEN HERFST-DAGBOEK 123 Woensdag 11 September. Hoe laat is het? Ik weet het niet — wat weten wij vantijd? Ik weet, dat de herfst nu alles veroverd heeft; — dateiken ochtend de boomen zilver ...
Studentenalmanak 1930 - pagina 142
124 BLADEN UIT EEN HERFST-DAGDOEKbloeien herfstasters. De zonnebloemen hangen zwaar vanvruchten voorover — ze groeien nog boven het dak uit. Nu te zingen van alles wat mooi is — van vroege herfst-ochtenden en riekende bloemen, van verre heide enw ...
Studentenalmanak 1930 - pagina 143
BLADEN UIT EEN HERFST-DAGBOEK 125 Dinsdag 24 September. De regen duurt nu al uren en tu"en — het zal dagen endagen duren — en dan zal de regen nog zingen over hethuis. En alles zal gaan droomen in deze da ...
Studentenalmanak 1930 - pagina 144
NACHTELIJKE ONTMOETING.De nachtIs loodrecht in zichzelf teruggestort.Verloren, zwart en tijdeloos.Een eenzaamheid zonk om ons dicht.Een mond is hijgendEn grauwe handenTasten sluipend langs onzichtbre wandenNaar een ding, een werkelijkhei ...
Studentenalmanak 1930 - pagina 145
APHRODITE.Zij werd geboren, waar de zee en 't matelooze landzich paarden in een felle beêvan lichten schoonheidsbrand —Aphrodite, — o beeld van schoonheid,van rhythm' en onbewogenheid —o, vloed van leven — 's levens stilheido, beide ...
Studentenalmanak 1930 - pagina 146
APHRODITEWaar deze vloed ons stijgend isen ons verlangen hijgend is —waar 's levens volheid neigend isnaar ons vereenzaamd zijn —Bloeii in ons de verwachtenisvan wat ons altoos smachten isde lieflijke gedachtenis ...