1947 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 91
85 kliniek buiten de school. In Australië heeft men de opleiding en bevoegdheid der mondverzorgsters zoodanig uitgebreid, dat zij ook de eenvoudige glazuurdefecten zelf plombeeren tijdens de schooluren en in volledige aansluiting aan haar overig onderwijs in mondverzorHet is de verdienste en de t ...
1947 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 93
SCHRIFTGEZAG EN REALITEITSPROBLEEM door Dr J. B. UBBINK.Een van de stellingen, die ik aan mijn proefschrift toevoegde, luidde ongeveer als volgt: ,,Het probleem van het gezag der Schrift en dat van een stoffelijke wereld buiten ons, moeten in hun kennistheoretisch aspect als analoge proble ...
1947 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 94
8S ben : de phantasieën, dromen, hallucinaties, doet nu Schelling en vooral Fichte vragen of niet elke bewustzijnsinhoud te danken is aan een soort ,,unbewuszte Production". Deze vraag lijkt in het geheel niet voor oplossing vatbaar, omdat slechts de verschijnselen, zoals deze in het bewustzijn o ...
1947 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 95
89 zij het ,,ik" identiek stellen aan de min of meer constante bundel der bewustzijnsinhouden. Dit is onjuist, w a n t het ,,ik" is immers evenmin een zuiver wetenschappelijke term als de realiteit en gaat evenmin in bewustzijnsinhouden op, maar het ,,ik" beleeft men evenzeer als de realiteit Of ...
1947 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 96
90 immers steeds gepaard aan een zeker doorzicht. Dit voert tot de v r a a g , die n a u w met het realiteitsprobleem samenhangt : leren w e de realiteit kennen zoals hij is? Hier geldt echter hetzelfde als bij het realiteitsprobleem, namelijk w a t bedoelen wij er mee? Ik wil er nu niet op ingaa ...
1947 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 97
91 besef van haar waarheid aan als witte en zwarte dingen van hun kleur, zoete en bittere van hun smaak. Dat de verhouding van de mens tot de inhoud der Schrift analoog is aan de verhouding van de mens tot de stoffelijke realiteit, blijkt allereerst hieruit, dat de mens, die waarneemt, daarbij in ...
1947 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 98
92 echter niet, want deze realiteit eist van hem een willen wat een ander wil, en het opgeven van zichzelf : wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen, maar wie het zal willen verliezen, die zal het behouden ten eeuwigen dage. Dat de mens de geestelijke realiteit ziet en aanvaardt ...
1947 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 99
93 Goddelijke inspiratie der Schrift. Deze onzekerheid is als de onzekerheid van een leerling, die een wiskunde-vraagstuk niet doorziet, het alleen uit het hoofd leert — in een blind vertrouwen op het boek niet beseffend, dat hij zich inspant voor iets wat geen zin heeft. Zulk geloof, gebaseerd o ...
1947 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 100
IN DE DREIGING VAN HET POSITIVISME door Prof. Dr H. R. W O L T J E R .Als ik in het volgende een bescheiden poging doe een paar opmerkingen over positivisme en neopositivisme te maken, is dat allerminst met de illusie, dat het mogelijk zou zijn, in enkele bladzijden een weerlegging of afdo ...