
De wijze in Israël - pagina 9
scholen komt in het Joodse volk een geestelijke school. Jesaja, Jeremia en Ezechiël arbeidden tevens als geestelijke opvoeders en verzamelden een kring van leerlingen om zich heen. Onder invloed van de profeten en van de mannen van de Deuteronomistische groep, die een duidelijke ethiek gaven, wer ...

De wijze in Israël - pagina 23
^^) Cf. W. Baumgartner, Israëlitische und Altorientalische Weisheit, blz. 19 en 23. ^^) Cf. M. Noth, Die Bewahrung von Salomos „göttlicher Weisheit" in de in noot 6 genoemde bundel Wisdom in Israel and in the Ancient Near East (Leiden 1955), blz. 225—237, en wel blz. 233. Cf. Job 37 : 24. ^®) In ...

De wijze in Israël - pagina 10
Tegenover de wijzen staan de dwazen, de ^ewïlïm, de domme mensen, die wijsheid en tucht verachten (Spr. 1 : 7), de kësUïm, de stupiden, de dommen, die kennis haten (Spr. 1 : 22). Er zijn ook nëbalïm, „minderwaardigen", heel erge zondaren**). Er zijn ook pëtajïm, onervarenen, naïeven, die licht te ...

De wijze in Israël - pagina 11
de vrijmoedigheid, om, als in landen buiten Kanaan een aparte stand van wijzen zou worden aangetroffen, daaraan toch gewicht te hechten voor Israël, ook al zou het Oude Testament zelf over zulk een stand zwijgen. Iets anders zou het natuurlijk zijn, indien de Bijbel nadrukkelijk meedeelde, dat Is ...

De wijze in Israël - pagina 24
2 : 2; evenzo Herman Ridderbos, Mattheüs ^ (KV; Kampen 1952) op heteelfde vs. " ) Cf. KV Spreuken I (Kampen 1952), Inleiding § 4; II (Kampen 1954) § 8. ^^) J. J. A. van Dijk, La Sagesse suméro-accadienne (Leiden 1953), blz. 21—27; zie over de Sumerische wijsheid ook H. Schmökel, Das Land Sumer (S ...

De wijze in Israël - pagina 12
wordt uitgesproken, als Jesaja namens Jahwe zegt: „Louter dwazen ('ëwïlïm) zijn de vorsten van Zoan, de wijste raadslieden van Farao — een domme raad. Hoe kunt gij tot Farao zeggen: Ik ben een wijze, een zoon der koningen uit de voortijd? W a a r zijn zij dan, uw wijzen? Laten zij het u toch beke ...

De wijze in Israël - pagina 13
de genoemden te weinig, om met zekerheid te zeggen, dat zij wijzen van beroep waren ^^). De koningin van Scheba, die kwam om Salomo door raadsels (chïdöt) op de proef te stellen (I Kon. 10 : 1), ziet hem als de wijze koning en bewondert die wijsheid ook in zijn koninklijke staatsie (I Kon. 10 : 4 ...

De wijze in Israël - pagina 14
Pfeiffer doet in zijn Introduction to the Old Testament ), waarin grote stukken van de Pentateuch onder de „wijsheid" hun plaats krijgen. Het Oude Testament kent ook aan Edom wijsheid en wijzen toe. De profeet Jeremia moet namens Jahwe Sebaöt vragen: „Is er geen wijsheid meer in Teman, is voor de ...

De wijze in Israël - pagina 25
273). Zie over Sebna, II Kon. 18 : 18, 26, 37; 19 : 2; Jes. 22 : 15—25; 36 : 3, 11, 22; 37 : 2. Dat op hem de spreuk zou slaan, die bewaard is in Spr. 25 : 5, is niet te bewijzen. 58) Cf. KV Spreuken II, Inleiding § 8. ^®) Zie voor het verband van de Spreuken en de Pentateuch, met name de Decaloo ...

De wijze in Israël - pagina 15
alle waarschijnlijkheid van Arabische afkomst. Wij kunnen aannemen, dat hij leefde in de tijd van koning Hizkia. Maar al was hij waarschijnlijk een niet-Israëliet, van Arabische afkomst, hij kende en vereerde toch de God van Israël®^). In Spr. 31 : 1—9 zijn ons bewaard „de woorden van Lemuel, kon ...