1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 104
80O. R. HOMMESOok voor de mens zou dat wat hij waarneemt en dat waarin hij ingrijpt, erfelijk zijn vastgelegd. De mens wordt beschouwd als een van de vele diersoorten. In feite is door deze uitbreiding van het Umweltbegrip het meest essentiële van dit begrip weer teniet gedaan, nl. ...
1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 105
DE MENS ALS EMBRYO: ANTHROPOLOGIE VAN HET BEGIN81daardoor een zelfstandig onderdeel is van de levenskring waarin het zich bevindt. In von UexkülFs termen: het dier past als een sleutel op het slot van de Umwelt; het is als een zelfstandigheid in het geheel van „dier + Umwelt" gevoeg ...
1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 106
82O. R. HOMMESzichte van het dier is de mens door deficiënties gekenmerkt. Hem ontbreken beharing, aanvalsorganen, vluchtorganen, scherpe zintuigen en echte instincten. In alle opzichten is hij somatisch de mindere van het dier, de mens is een „Mangelwesen": een levend gebrek. Gehle ...
1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 107
DE MENS ALS EMBRYO: ANTHROPOLOGIE VAN HET BEGIN De verhoudingvan het metabiologischeen het83biologischeWij zagen reeds dat vanuit d e anthropologie d e plaats van d e biologie in de anthropologie moet worden bepaald. D a t wil zeggen, dat het metabiologische de ...
1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 108
84O. R. HOMMESHet metabiologische bepaalt de zin van de openbaring, het biologische de wezenswijze. Derde openharingswet: In de openbaring deelt de hogere term de lagere een ordening mee. Het metabiologische bepaalt dus de ordening van het biologische. Vooral deze laatste wet is van ...
1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 109
DE MENS ALS EMBRYO: ANTHROPOLOGIE VAN HET BEGIN85relatievorming van mens en wereld, zoals die door Gehlen is beschreven, in de embryologie reeds zijn uitdrukking vinden. Om te doen zien hoe vruchtdragend deze beschouwingswijze is, wil ik enkele punten uit de embryologie van de mens ...
1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 110
86O. R. HOMMESnestvheders niet alleen iets zegt over het gedrag van de jongen en de ouders bij de geboorte, maar dat hiermee tevens anatomische en physiologische en embryologische kenmerken van de groep worden gevat. Gezien de mate van differentiatie van de hersenen van de volwassen ...
1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 111
DE MENS ALS EMBRYO: ANTHROPOLOGIE VAN HET BEGIN87aan het feit dat de mens 19 a 22 jaar hiervoor nodig heeft, de anthropoid maximaal 14 jaar. Perioden van groeiversnelling, als bij de mens voor het zesde jaar en in de puberteitsperiode, vindt men bij de anthropoïden niet. 2. De neona ...
1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 112
88•w?tv:*iin'O. R. HOMMESe. De knik van de gewichtscurven van organen die uit het entoderm, het binnenste kiemblad, zijn ontstaan, valt direct na of in de eerste maanden na de geboorte. Deze orgaansystemen zijn dus relatief snel volgroeid. Op de betekenis hiervan komen wij na ...
1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 113
DE MENS ALS EMBRYO' ANTHROPOLOGIE VAN HET BEGIN89d e mens hieraan onttrokken. Veeleer moet er ten aanzien van d e functie-omslag na een jaar, aan worden gedacht, dat sociale vorderingen van de mens hun invloed op d e physiologic, m n. op de groei hebben, iets waarop Portmann later a ...