1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 21
13 tal gevallen, die foutief worden waargenomen. Naarmate de gevoeligheid van het zintuig grooter is, worden natuurlijk ook meer gevallen juist waargenomen. Deze proef wordt op de volgende wijze genomen: men laat den proefpersoon de oogen sluiten en legt hem eerst een gewicht van 300 gram en daar ...
1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 22
14 men de sterkte van de gewaarwording kan meten door de sterkte van den prikkel. Het is duidelijk, dat er tusschen beiden eene bepaalde verhouding moet bestaan ; een prikkel toch, die eene verandering in de gewaarwording zal opwekken, kan des te zwakker zril'n, naarmate de reeds aanwezige prikke ...
1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 23
15 intensiteit der gewaarwording volgens eene rekenkunstige verJiouding toeneemt. Een enkel voorbeeld moge strekken om de beteekenis van deze wet nader duidelijk te maken. Bij eene petroleum vlam met eene sterkte van 10 kaarsen, moet men de lichtsterkte van 2 kaarsen voegen om de gewaarwording te ...
1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 24
16 wording verwekken. Deze verhouding wordt genoemd de psychophysische constante. Terwijl Weber zich alleen bepaalde bij de vergelijking van de prikkels, die eenzelfde verschil in gewaarwording verwekken, is Fechner nog een stap verder gegaan. Hij zocht namelijk naar eene maat, eene eenheid bij d ...
1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 25
17 houding staat tot de absolute grootte van den prikkel R, maar tot den logarithme van liet quotient uit de grootte van den prikkel R en de grootte van den prikkeldrempel r Men krijgt dus de formule, dat de grootte der gewaarwording evenredig is met dezen logarithme dus e K log ^ Fechner zocht d ...
1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 26
18 daarbij in acht moet nemen voor verschillende bronnen van fouten. Er zijn toch allerlei omstandigheden, waardoor min of meer belangrijke afwijkingen kunnen ontstaan, zoodat men hiermede zeer zeker rekening moet houden. De prikkel, waarmede men de gewaarwording wenscht te onderzoeken, moet alti ...
1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 27
19 van middelmatige sterkte ; voor prikkels van zeer kleine sterkte is onze relatieve gevoeligheid kleiner en voor die van zeer groote sterkte grooter dan volgens de wet van Weber het geval moest zijn. Men noemt dit de onderste en bovenste afwijking van de wet van Weber. Met de grootte van den pr ...
1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 28
20Het Wijkt nu, dat de wet van Webor met vrij groote nauwkeurigheid geldt voor den gehoorszin^ maar toch werd ook hier eene onderste afwijking gevonden. De prikkeldrempel kon nog niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld. Ook Deenik vond, dat voor stemvorkproeven de wet van Weber in ...
1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 29
21 eenige verandering ondergaat; men kan zich geen zuivere scala verschaffen der intensiteiten van lichtgewaarwordingen, die kwalitatief gelijk zijn. Indien men de intensiteit van wit licht vermindert, dan verandert tevens ook de kwaliteit; het gaat dan door grijs heen over in zwart. Versterkt me ...