Ambt en persoonlijkheid - pagina 34
Alvorens over te gaan tot de volvoering van den eigenlijken last in deze ure, de overdracht van het Rectoraat, heb ik mij te kwijten van de traditioneele taak, met een enkelen trek de geschiedenis van het afgeloopen academiejaar U voor oogen te stellen. Een taak, droever dan voor een mijner voorg ...
Ambt en persoonlijkheid - pagina 33
lijkheid uitgroeit naar de smartvolle wet van het tarwegraan. Doch, wat wonder? Z e zijn niet meer dan hun Heer, de groote Apostel en Hoogepriester onzer belijdenis. Voor Hem, den Nederige van hart, moet alle innerlijke hoogheid vallen. Eens waren zijn Apostelen aangegrepen door een boos individu ...
Ambt en persoonlijkheid - pagina 32
geerte, welke een onmisbaar bestanddeel is van de inwendige roeping. Of kan niet reeds in het hart van den student de spanning hevig zijn, bij het gezicht aan de ééne zijde op de heiligheid van het ambt, waarin de groote levensgedachte beslo'jen ligt, maar aan de andere zijde op de onheiligheden ...
Ambt en persoonlijkheid - pagina 31
inwendige roeping in een aandrijving des Geestes om ernstig het ambt te begeeren en in een richten van de persoonlijkheid op het ambt, reeds in de dagen der voorbereidende studie niet ten eenenmale ontbreken, opdat de geestelijke bodem voor interesse aanwezig zij. Dit raakt een levenskwestie, die ...
Ambt en persoonlijkheid - pagina 30
reeds het christelijk huisgezin, en de Kerk met haar belijdenis. Doch deze bieden geen opzettelijke ambtelijke vorming. W e l echter de School der wetenschappen. W i e Theologie studeert doet dit in den regel met het oog op het ambt. En is nu de Hoogeschool terecht genoemd de kweekplaats voor de ...
Ambt en persoonlijkheid - pagina 29
digen Christus, waarin reeds A u g u s t i n u s het wezen van het christendom zag, — niets. Veeleer strekt het om den theoloog, die niet weet waar het hoofd neer te leggen, te troosten, wanneer de negatieve critiek onbarmhartig voor zijn oog alle autoriteit vermoordt en hem zoo van het ambt doet ...
Ambt en persoonlijkheid - pagina 28
biedt tevens in de ambtelijke norm een toetssteen tot gedurige zelfcritiek. De band, die beide saambindt en saamhoudt is het hoogste wat van den dienaar wordt gevraagd, namelijk de ambtelijke trouw. ') Daarin ligt alle eisch tot rechte verhouding vervat. Christus, als Hij roept, verzekert, bij de ...
Ambt en persoonlijkheid - pagina 27
Is deze diepe eenheid in Christus tusschen het werk des Zoons en des Geestes waarheid, dan gevoelen we toch, hoe alle subjectivisme en personalisme die eenheid schenden moet. Want wat zou dit anders wezen dan het willen leven en werken uit den Heiligen Geest buiten den Zoon om, dat wil neggen bui ...
Ambt en persoonlijkheid - pagina 26
Het Ambt is van den Zoon, die met zijn Woord door het ambt tot ons spreekt. Ais objectieve waarde staat het voor ons. Het wordt verkregen door roeping. Karakteristiek is de uitdrukking, dat personen met het ambt worden bekleed. De ambtelijke Persoonlijkheid daarentegen is het scheppend werk van d ...
Ambt en persoonlijkheid - pagina 25
ist a l l e s " . . . . „Also kurz gesagt: Zeugnis, nicht Katechese; Vorleben des Christentums, nicht Andemonstrieren". ') En dat nu inderdaad deze modern-psychologische practijk Ambt-vernietigend is, wordt onomwonden erkend: „Predigen wir so, dann ist die Predigt nicht mehr Amtsfunction, hinter ...