Over het hoogste gezag - pagina 21
22 die zijn van God geordineerd; alzoo dat wie zich tegen de macht stelt de ordinantie Gods wederstaat.. . . W a n t de overheid is Gods dienares.. . . Daarom is 't noodm onderworpen te zijn, niet alleen om der straf maar ook om der consciëntie wil" (30). Deze uitspraken van Pan lus zijn eene aan ...
Over het hoogste gezag - pagina 22
231het vorstelijk welbehagen op zich zelf een zuivere toets steen", schreef terecht Mr. Groen van Prinsterer (32). Maar zij beteekenen wel, dat wij ons te onderwerpen hebben aan de Overheid, ook al regeert zij niet naar liet recht of naar ons inzicht. Wel verre intusschen dat, zooa ...
Over het hoogste gezag - pagina 23
24 hoofdstuk des Bijbels de oorspronkelijke gelijkheid van alle menschen en de aard van hun wezen door een enkele uitspraak vermeld. Geheel de Schrift wijst daarop: één Vader; één zelfde val; één zelfde verlossing; de geest, de ziel, het eigenlijke wezen van den mensch. Heeft niet, blijkens de ge ...
Over het hoogste gezag - pagina 24
25 rechtmatige grieven tegen de maatschappelijke toestanden, hoe scherpzinnig en schijnbaar juist zijne betoogen dat het goed is voor allen zoo eenigen worden opgeofferd, ook zijn mogen, de middelen bezigen of ook maar goed keuren, die velen thans te baat nemen om de maat schappij naar hunne in ...
Over het hoogste gezag - pagina 25
26 het hoofd staan der volken en tot hunne leiding geroepen zijn door hun handelingen duidelijker deden uitkomen, dat zij slechts dienaren zijn, zou dan het besef niet weer algemeener worden, dat de eigenlijke roeping van hem die geregeerd wordt niet allereerst is mee te regeeren, maar, door te g ...
Over het hoogste gezag - pagina 26
27 Schrift zelve blijkt, dat die verhouding niet voor alle tijden en volken dezelfde is. Bekend is het ook hoe ver schillend daarover door de Christenen zelve, door de Koomsch-Katholieken, door onze voorvaderen, door de geloovigen onzer dagen, geoordeeld is, al zal wellicht eenmaal blijken, dat ...
Over het hoogste gezag - pagina 27
28 Bijbel een uitlegger behoeft, en dat, tenzij men aan een bepaald persoon de gave van uitlegging toekent, er niets anders overblijft, dan zijn eigen rede tot richtsnoer aan te nemen en haar het hoogste gezag toe te kennen. Ook dit beweren evenwel schijnt mij onjuist. Geenszins ontken ik dal wij ...
Over het hoogste gezag - pagina 28
29 worden tot meerder opmerkzaamheid en tot beter ver stand van de vaderlijke raadgevingen. Laat ons vooral niet vergeten dat, ook bij het onder zoek der Schrift, de Christen, zoo hij er om bidt, door den Heiligen Geest geleid wordt. Ook ik bedoel, even als Mr. Groen van Prinsterer, (42) „een o ...
Over het hoogste gezag - pagina 29
30 dat gezag zich o p ? Dit wenseh ik in de laatste plaats te bespreken. Het legt zich natuurlijk op aan hem die, hij zij Jood of Christen, waarlijk gelooft dat de Schrift is van God. Het bindt hem, — en hierin onderscheidt het zich van dat der menschelijke rede — ook d a n , wanneer zijne inzich ...
Over het hoogste gezag - pagina 30
31 kerkelijke belijdenis! Herstel van vroegere staatsrech telijke toestanden wordt door weinige Christenen be doeld of begeerd, en de vrees van velen voor eene toepassing van het tweede deel van art. 36 onzer Belij denis, betreffende de handhaving van den Heiligen kerkedienst (46), in den gees ...