Uit de diepte - pagina 501
495Krank vanVI.liefde.Naast de wereld, waarin voor de zoekende ziel niets is dan saiaad en berooving, is Godlof, nog een andere kring. Daarheen neemt de ziel de toevlucht. Daar klaagt zij hare nooden. Daar wordt zij getroost. In den kring van Gods ware kinderen wordt h ...
Uit de diepte - pagina 502
,,;496 Uil diepten van ellendenRoep Tot U,ik,met mond en hartdie heilkunt zenden:aanschouw mijn smart; Wil naar mijn smeekstem hoor en Merk op mijn jammerklacht; o Heer!Verleen mij gunstig' oorenDaar'k in ...
Uit de diepte - pagina 503
UIT DE DIEPTE. LEERREDENEN DOORDE PREDIKANTEN DER&EE,EEORMEEE,DEÏSDERDIJITSCiïEKERKEN(doleerende).XXXIV.DE ONVERGEEFLIJKE ZONDE. DOORF. P. L. C. DIRECTORVAN'VAN LINGEN, HET GYMXASIUM TE ZETTEN.AMSTERDAM, \\l^^j ...
Uit de diepte - pagina 505
Terwijl de HeereGodvolk bemoedigt en vertroost met de zielen zoekt te verontrusten, rondgaande zonder moede te worden. De Heere zendt zijne profeten uit met den last: » Troost, troost myn volk!" en voegt bij de vertroostingen des Woords ook die des Geestes. Immers » Trooster" is de ...
Uit de diepte - pagina 506
!::500 ambtelijke roeping tot den dienst des Woords, of het werk dat in het ambt der geloovigen geschied is, gelden, maar het op den staat der genade zelfs is gemunt. Kon Satan Job naar de toelating Gods alles ontnemen, zi.jnehuisvrouw liet hij hem, om hem toe te voegen: »Zegen God ...
Uit de diepte - pagina 507
!,501 opgelegd, ontstaan er scheuren in het opgetrokken en al valt het door de genadige zorgen Gods niet in, verzuim neemt schoonheid weg en veroorzaakt vrees enmoestenhuis,dat schade.Zeker, de oorzaakligt inonze onkunde; want »mijn v ...
Uit de diepte - pagina 508
;!502 'kBetrouw op U; hoor mijn gebeden: Dat mij geen schaamt', o Heer! In eeuwigheid vomeer'.Redmij dooruwgerechtigheden;Bevrijd mij; neig uw ooren Verlos mij; wil mij hooren!Weesmij een rots,Eenomin te ...
Uit de diepte - pagina 509
;503 gelasterd hebben. Maar zoo wie gelasterd zal hebben tegen den Heiligen Geest , die heeft geene vergeving in der eeuwigheid maar hy is schuldig des eeuwigen oordeels", of, gelijk Mattheus zegt: »Het zal hem niet vergeven worden, noch in dezee)uw, nochMeninhe ...
Uit de diepte - pagina 510
504 en deze levendig werkzaam. Hij gaat voort en zegt: » Wetende, geliefde broeders! uwe verkiezing van God" (1 Thess. 1:2); toch acht hij noodig hen te waarschuwen (5 19): »Bluscht den Geest niet uit." Er kan dus een zondigen tegen den Geest bestaan, waarop nog bekeering en alzoo vergeving mogel ...