VU Magazine 1998 - pagina 62
nog, ik sta met lege handen, ik moet nog zingen een liedekijn. Het is niet de gedachte dat er een God bestaat, of een eeuwig leven, die de complexiteit van dit lied uitmaakt, het is het 'lied zelf'. Het liegt op een superieure manier. En we weten dat. De beste metafoor voor het 'ergens' 'iets' da ...
VU Magazine 1998 - pagina 61
God hier zie ik Hem aan 't werk en met zijn eigen Handen hangt Hij van boom tot boom de lieflijkste guirlanden. Wat gelukkig dat zo veel mensen zich nog afvragen wie toch die guirlanden tussen de bomen heeft gehangen. Dat heeft Hij gedaan, God, zingt Toon. Genot. Ontroering. Je kunt het niet vaak ...
VU Magazine 1998 - pagina 60
''Wat poëzie Ie doetl met ie aoety hoe dat komt dat het dat met je doety het wordt niet zelden m een nevelm relmeus gebabbel verwoord. Daar ben ik te^em De poëtische emotie, poëtisch genot, komt niet van God, maar mt onze lichamen6owcsJANUARI/FEBRUARI1998Maar, " ...
VU Magazine 1998 - pagina 59
groep of desnoods een individu. Poëzie is altijd pragmatisch verankerd; zij dient altijd een doel." 'Klein vogelijn' is een lied geweest in de levenswerkelijkheid van mijn ouders, het is bedoeld als een christelijke lofzang naar God toe, om het modern uit te drukken. Het gaat niet om het vogeltje ...
VU Magazine 1998 - pagina 58
gezien had. Ik begreep al heel goed dat wat je niet zag, wel degelijk kon bestaan. Maar dat was niet de complete boodschap van dit lied. Er werd meer gezegd, maar wat? "Complexiteit", zegt Krol, "is synoniem met de inspanning die je moet verrichten voordat het kunstwerk je de ervaring van schoonh ...
VU Magazine 1998 - pagina 57
disc-apparatuur willen hebben die we nooit eerder gemist hebben." Ik herken dat, ik denk aan mijn moeder, met haar Rudi, ik herken het aan mijzelf, en ik weet nu ook hoe dat komt. "De verklaring hiervoor is", gaat Frijda verder, "dat stelwaarden verschuiven, aanpassingsniveaus omhoog gaan." Inder ...
VU Magazine 1998 - pagina 56
den verkwikken haar ziel met meer, maar de mijne nog steeds. Waarom? Niet vanwege geloof in deze beloften, maar omdat jeugdherinneringen weer levend worden, met alle weemoedig genot van dien: het gevoel van ach, ja, dit ben ik geweest, dit was mijn moeder, dit was het huis waarin wij woonden, dit ...
VU Magazine 1998 - pagina 55
"Jeugdherinneringen bestormen m i j : al die realiteiten, waarin ik zingend, de Meester lovend en om zijn genade biddend heb geloofd, ik weet nu dat zeRutger Kopiandsuperieure leugens waren, poëzie. Dit weten ervaar ik als troost." Variaties op het t h e m a god en genot. Ik herinne ...
VU Magazine 1998 - pagina 53
Zijn verhaal, opgedeeld in aantrekkelijk beknopte, hapklare hoofdstukken, is dan ook journalistieker en, als gevolg daarvan, kritischer van toon dan dat van Smolders. Traa trekt openlijk in twijfel of ruimtevaarders wel terecht als dé helden van deze tijd te betitelen zijn. Zo doet hij nauwgezet ...