Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 32
XXXIIkostbaar en weinigen waren zeer zeker ook voor en dit heette ^ dan prmuniiare doch onder lectio verstond men wat anders. De werkzaamheid van de academische docenten was toen tweeërlei: lectio en disputatio en de lectio beteekende dan den tekst verklaren vanwaar de uitdrukking magistri ...
Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 31
XXXIlector het lidmaatschap van een der beide Kamers van de StatenGeneraal mocht aanvaarden, een bepaling die zooais TJ bekend is, nog onlangs geleid heeft tot de tijdelijke aanstelling van Mr. P. A. Tichelaar te Leiden als lector in het Romeinsche recht en zijne geschiedenis, toen de hoog ...
Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 30
XXXzonder Christendom is het onmogelijk het volk op te voeden, en het staat met het Christendom in Indië zoo treurig geschapen. De openbare school werkt zoo kwaad, en haar invloed brengt ons hoe langer hoe verder op de verkeerde paden. De ambtenaren zijn helaas ten opzichte van het Christe ...
Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 29
XXIXMr. Van der Jagt antwoordt, dat de Roomschen op dezelfde wijze optreden. Zeker.,is de positie niet de gewenschte, maar daarom juist wil men wijziging van art. 122 van het bovenbedoelde reglement. Prof. Fabius wijst op den toestand, dien de referent geschetst heeft. Die toestand is diep ...
Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 28
xxviii vacature, die ontstaat door het optreden van den heer C. M. E. van Löben Sels, als bestuurslid en het daaruit voortvloeiend optreden van den heer H. Seret als eerste plaatsvervanger. Voordracht van Tiet bestuur: H. Waller en Th. H. van Eeghen, te Amsterdam. d. Voor de drie leden' der commi ...
Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 27
XXVIIdan dat de machtigen en edelen, als belijders des Heeren, in ons midden komen, zich buigend voor den Christus. En geschiedt dit, dan is ons volk aan zulke mannen ook getrouw. Maar al is kennis, macht, invloed en naam veel, boven alles, gaat ons de besliste belijdenis van den Christus, ...
Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 26
XXV £Yrije Universiteit, die, nu 14 jaar geleden, met zoo kloeke beslistheid, warmen zin en oprecht Christelijk getuigenis, die stichting aan het voorgeslacht bond, en den zegen van dat voorgeslacht over de Vrije Universiteit inriep — Jhr. Mr. P. J. Elout van Soetermoude. Daarna werd onze ...
Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 25
XXVVan den Heere kan en mag alléén ook voor de toekomst onze verwachting zijn. Hij alléén weet de zwakke Gideons in Jerubbaals om te zetten, die den strijd des Heeren zullen strijden en — eere en dank zij Zijn Naam — Hij heeft ze ons verwekt, die zeer kennelijke gaven zijner ontferming in ...
Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 24
XXIVWat die gehoorzaamheid beteekent, weïd duidelijk g-emaakt ook uit de geschiedenis van Gideon. Waar ze gevonden wordt? Niet bij de mannen die, in het negatieve misschien sterk —r klagen over den toestand van land en volk — echter nooit komen tot een daad. Evenmin bij hen, die in hun met ...
Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 23
XXIIImet een referaat over „het Eeveil en de Vrije Universiteit", Prof. Bavinck met een referaat over „de noodzakelijkheid eener Christelijke Universiteit", Ds. B. van Schelven, met een referaat over „de Universiteit en ons Volk" terwijl het slotwoord werd gesproken door Ds. F. Zantinge. P ...