Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 61
LXIART.46.Om als student der School te worden ingeschreven, is vereischt het; vertoonen van het in art. 11 en 12 der Wet van 28 April 1876 {Staatsblad No. 102) bedoeld bewijs, of van de bewijzen die, zoolang deze wet niet volledig is toegepast, door overgangsbepalingen of Kon ...
Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 20
XXbleef dus in 1894 onvervuld. Daarin zal op de eerstkomende jaarvergadering moeten worden voorzien. Te dezer plaatse zij tevens gememoreerd, dat de Heer S. baron van Heemstra, die aan de beurt van aftreding was als Directeur, herkozen werd en zich die herbenoeming heeft laten welgevallen. ...
Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 62
LXIIART.23.Met andere binnen- en buitenlandsche Scholen voor Hooger Onderwijs tracht de Senaat in nadere betrekking te treden. ART.-24.In diepe afhankelijkheid van de mogendheid des Heeren optredende, zal deze School, op den grondslag der Gereformeerde beginsele ...
Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 21
XXIDeze verklaring luidt aldus: AMSTERDAM,22 Maart '94.-De gezamenlijke Hoogleeraren van de Vrije Universiteit ontwaard hebbende, dat in den kring harer vrienden onzekerheid is gerezen of wel alle onderwijs in hare Scholen beantwoordde aan art. 2 der Statuten — hebben zich ge ...
Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 39
den dag der praktijk verwelkt zonder vrucht te hebben opgeleverd! Het lectoraat had dit kunnen verhoeden, wellicht de pépinière voor een professoraat kunnen zijn. 2°. Om practici van naam aan de Universiteit te verbinden. Een professoraat, waarbij zij zich geheel aan de hoogeschool geven, zouden ...
Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 80
8 één enkel persoon als arbeidsveld te worden aangewezen. En voor iedere wijk benoemt hij dan één of meer agenten. Deze onderverdeeling en de benoeming der agenten geschiedt onder goedkeuring van het locaal-comité, dat bevoegd is daarin wijziging aan te brengen. ART. 5. De penningmeester van iede ...
Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 63
VERSLAO TAN DESCHOOL VOOR H006ER ONDERWIJS, GENAAMD:„BE VRIJE URIIVERSITEIT," gevestigd te Amsterdam(Keizersgracht 162),over het jaar 1894.De Colleges van Curatoren en Hoogleeraren bleven onveranderd, d. w. z. met eene vacature in eerstgenoemd College, aangezien ...
Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 22
XXIIaansporing moet zijn hen in onze gebeden bij voortduring aan den Heere op te dragen, opdat Hij hun den Geest der Wijsheid schenke en dat rechte onderscheidingsvermogen, dat zoo noodig is, om niet langzamerhand af te glijden. Wij hebben eenen God die het gebed hoort en die in zwakheid Z ...
Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 64
LXIVVerder mocht het onderwys in de onderscheidene faculteiten worden voortgezet. Op den stichtingsdag (20 October) had de gewone overdracht van het Rectoraat plaats. De Hoogleeraar Dr. F. L. Rutgers trad als Rector af met het houden eener rede, tot titel hebbende: Het Kerkrecht, in zoover ...
Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 23
XXIIImet een referaat over „het Eeveil en de Vrije Universiteit", Prof. Bavinck met een referaat over „de noodzakelijkheid eener Christelijke Universiteit", Ds. B. van Schelven, met een referaat over „de Universiteit en ons Volk" terwijl het slotwoord werd gesproken door Ds. F. Zantinge. P ...