Zonde en recht - pagina 20
14 hoezeer vrij, toch onder rechtstreeksch verband stond tegenover zijn God, dit verbond verbrekende, trouwbreuk gepleegd, en zich aan onrecht schuldig gemaakt. Het Noachietisch verbond, na den zondvloed opgericht, wordt uitdrukkelijk en herhaaldelijk met den naam van verbond aangeduid. (Gen. IX ...
Zonde en recht - pagina 19
13 is een wortelwoord, dat De Bonald eens sprak: „La Revolution a commence par la declaration des droits de I'homme; elle ne finira que par la declaration des droits de Dieu." Volgens velen kan van recht tusschen God en den mensch niet gesproken worden. Of eigenlijk denken zij hieraan niet, en ka ...
Zonde en recht - pagina 18
12 tot een Vader zijn, en Hij zal Mij tot een Zoon zijn." (Hebr. 1:5) Hier heeft men reeds eene rechtsbetrekking tusschen den eersten en den tweeden persoon van het Goddelijk Wezen. Maar ook verder nog. De Zoon is gezalfd tot Koning over Sion, den berg van Gods heiligheid. Gelijk de Zoon zelf van ...
Zonde en recht - pagina 17
11dat hij alles noemde naar zijn aard, dat hierin de • beteekenis ligt van den naam 13); gelijk God zich als de Heere openbaart; onze Heiland is Jezus Christus; en eenmaal alle verlosten een naam zullen dragen, welken niemand kent, dan die hem ontvangt. Zooals Adam alle levende ziel zoude ...
Zonde en recht - pagina 16
10 En ook was het eenmaal zoo. „Gofl zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed." (Gen. 1:31) Geen wanklank verstoorde de heilige harmonie. God had een welbehagen in zijn werk, en de raensch verlustigde zich in den wil van zijn' Schepper, naar welken hij niet als in schemerdonker had ...
Zonde en recht - pagina 15
9In den dag des Heeren zullen de hemelen met een gedruisch voorbijgaan; zullen de elementen branden en vergaan, en de aarde en de werken, die daarin zijn, zullen verbranden. Maar Hij zal maken eenen nieuwen hemel en eene nieuwe aarde (Jes. LXVI : 22); „wij verwachten, naar zijne belofte, n ...
Zonde en recht - pagina 14
8In den beginne is het alles geschapen 8). Hemel en aarde hebben een aanvang gehad. Zij zijn geformeerd. Zij zijn niet van eeuwigheid. Van eeuwigheid waren zij niet. De stof is niet eeuwig. God alleen is eeuwig. Hij staat boven den tijd, maar al het geschapene, hemel en aarde, is in den ti ...
Zonde en recht - pagina 13
7 „In den beginne schiep God den hemel en de aarde." Aldus de machtige aanhef der Heilige Schrift. En als met terugslag daarop in hoogheilige taal de aanvang van het laatste Evangelie: „In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. „Dit was in den beginne bij God. ...
Zonde en recht - pagina 12
6 wanverhouding tusschen het bindweefsel en de dekcellen leidt, en den biologischen grond hierin, dat door de bindweefselcellen de tusschencelstof wordt gevormd, die ten slotte de vitaliteit zoozeer doet dalen, dat het leven geen weerstand meer kan bieden aan de uitwendige omstandigheden, — blijk ...
Zonde en recht - pagina 11
5 Voor alle wetenschap is het onmisbaar te rekenen met den val. Voor de wetenschap der Godgeleerdheid behoeft dit zelfs geene aanwijzing. Bij de philologie dringt de val tot in den wortel door, waar deze zoowel eene breuke slaat tusschen woord en gedachte, als het bederf in beiden brengt. De wete ...