Aesthetische Christusbeschouwing.
II. (Ons „Christusgeheim"). Wanneer we nu trachten, over deze aesthetische ChristusbeschOiUwing iets te zteggen, dan beperken we ons hoofdzakelijk tot de litteratuur, speciaal de poiezie.Eerst willen we vragen, hoe Avij het ve ...
Aesthetische Christusbeschouwing.
III. (Eerbied voor het „Christusgeheim"!) Zoo zou reeds de aesthetiscjhe Christusbeschouwing in haar uitgangspunt eten onherstelbare fout maken, indien ze zich bezighield met den Christus als Koningsmensch, den Christus triumlator; a ...
Aesthetische Christusbeschouwing.
IV. (Debeweegloooze Christus). De schending van hel „Christusgeheim", het niet hooren naar de tot bezinning roepende silem van Christus, die den voorbarigen naam „schoone meester" afwijst, is een zonde, die haar bezoldiging meebrengt ...
Aesthetische Christusbeschouwing.
V. (Het geweldloioz; © kruis).En ook in dezen raken de uitersten elkaar. De jnaïieve middeleeuwsche geest en de gecultiveerde ziel der 20e eeuw, zé hebben beide jnijnen Heere weggenomen. Ze hebben hem wèl begraven. BiegïavÈn 'Ihiebbien ze hem, zijn doode liq ...
Aesthetische Christusbeschouwing.
VI. (Pantheïsti sehe en Panohrististisohe trekken). En was dit alles nu nog maar het eenigie!Het zou. al genoeg; zijn, maar het zou dan nog ferger kunnen.Maar-wie hebben nog niet alles gezegd. Want het valt met te loo^c ...
Subjectivisme in het gebed.
De meiisc'h, die Mdt toit God in de persing van aijin ziel, is niet de mensch van klare voorwerpelijk'heid, aocih-ook van • wèl-gekleuide zuiverbend in de benoeming der verscHjnselein, "die zijn üiart beToerea. Gods geslagen bidders liebb'en haast — len [hioe worden ^zij^ geperst, totdat ban gebe ...
Overhaasting in het gebed.
De nieasch die bidt töt God In de gejaagdheid van 'zijn ziel, is niet de mensch , tan rustige bazinning, die van de oiverdenkingen van Gods 0n 'smensdhen binnenste opmaakt de slotsom miet voilkonnen zekerheid. Hij wil ieder oogenblik „zich verzamelen" en uit de veelheid zijtoer overleggiingen ; g ...
Aesthetische Christusbeschouwing.
VI. (Sporen ervan bij onze intellectueelen). Ik kota nu tot het tweede onderdeel van 'hetgeen ik zeggen wilde: Gaat dit v e r s c h ij n s e 1 onsen de o^nz; en geheel onberoerd voorbij, ja dati n©en? Ik meen van neen. Er zijn ...
Overwinning in het gebed.
De menscb, die bidt tolt God in de verdöeldbeid zijiner zie], is niet de menscb, die uitgescbud beeft als 'een verteerde wade zijn onvolkomenheid em gebrek. Want al kunnen de gebeden der heiligien wel doordringen tot het gouden altaar, dat vóór den troion is (Op. 8:3), ze zijn toch bier beneden, ...
Eerste stem.
Daar is in het koninkrijk der hömëlen geen gror«ler zwariglh'eicl, dan te vinden de overgangen. Wie is hei, die in dat rijk van den Geest de klokken luidt, als Ihiöt oude der verdwijning nabij is, de klokken, voor het feest van de lüeuwne •geboorte ? O, zwaar is de last van dat hem^lsohe R ...