Over het graf.
KONDAGStr^EELING XXII. VI. Alzoo zal ook de opstanding der dooden zijn. Het lichaam wordt gezaaid in verderfelijkheid, het wordt opgewekt in onverderfelijkheid. 1 Oor. 15:42. Onze Belijdenis, dat er een „wederopstanding des vle ...
De Ethischen.
IV. In dit laatste artikel gaat het over de beschrijving en beoordeeling van wat »ethische is.Bij de beschrijving dient dan gelet èn op de, in het vorig artikel nader besproken, beschouwing of theorie der Ethischen omtrent de Religie èn op dat wat als gevolg ...
Van de gemeene Gratie.
LAATSTE REEKS. XXVII. KERK EN STAAT. XV. Maar de natuurlijke mensch begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, e ...
Het derde Gebod
Ceeft den KBER" Jo cere zijüs naams, brengt offer, en komt in zijne voorhoven. Ps. 96:8. I. ZONDAGSFDEELING XVXVI. Ook bij het derde Gebod beginnen we met de woorden van het gebod toe te lichten. Ze lu ...
Het derde Gebod
ZONDAGSAFDEELING XXXVI. Ik heb uwen naam geopen; baard den menschen, die Gij mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren uwe, en Gij hebt mij dezelve gegeven; en zij hebben uw woord bewaard. Joh. 17:6. III. ...
Van de Kerk
Doch ijvert naar de beste gaven; en ik wijs u eenenweg, die nog uitnemender is. I Cor. XII:31. LV. Doch ijvert naar de beste gaven; en ik wijs u eenenweg, die nog uitnemender is. I Cor. XII:31.Op Canada moet even nader afzonderlijk ingegaan, niet alsof ...
Van de gemeene Gratie.
LAATSTE REEKS. XXX. KERK EN STAAT. XVIII. Zie, op de bergen de voeten desgenen, die het goede boodschapt, die vrede doethooren. Nahum 1 : 15a.Alzoo kan, op grond ...
Van de gemeene Gratie.
LAATSTE REEKS. XXXIV. KERK EN STAAT. XXII. En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: „Geeft dan den keizer wat des keizers is, en Gode wat Gods is. En z ...
Het vierde Gebod.
ZONDAGSAFDEELING XXXVIII. En het zal geschieden, dat van de eene nieuwe maan tot de andere, en van den eenen sabbath tot den anderen, alle vleesch komen zal om aan te bidden voor mijn aangezichte, zegt de Heere. Jes. 66 : 23. ...
De bepaling van den diensttijd der ouderlingen historisch eenigszins toegelicht.
I. Met betrekking tot den diensttijd, waarvoor ouderlingen benoemd worden, heeft de Kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken de aan ieder bekende bepaling (in de thans nog geldende redactie art. 27): »De ouderlingen en diakenen zullen twee jaren dienen ...