Van de gemeene Gratie.
DERDE REEKS. LXXIV. En Kaïn bouwde eene stad, en noemde den naam dier stad naar den naam zijns zoons Hanoch. Gen. 4 : 17. De poging door ons aangewend, om niet enkel over voorzorgsmaatregelen in het ge ...
Dan de gemeene Gratie.
DERDE REEKS. XIV. Om in de bedeeling van de volheid der tijden wederom alles tot één te vergaderen in Christus, beide dat in den hemel is, en dat op de aarde is. Ephese i : lo. De ïgemeene gratie, " ho ...
Van de Voleinding
CCXIX. ZESDK REEKS. XLII. Wanneer gij dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniel, den profeet, staande in de heilige plaatse (die het leest, die merk ...
De Sleutelmacht.
Opdat gij moogt weten, hoe men in het huis Gods moet verkeeren, hetwelk is de gemeente des levenden Gods, een pilaar en vastigheid der waarheid, i Tim. 3 : 15. IV, Is de sleutel van uw kerk tegelijk een sleutel op de poorte van het Koninkrijk der hemelen f N ...
HET gaan ten Auondmaal.
ZONDAGSiFMELIVG XXX. Zoo gij dan uwe gave zuk op het altaar offeren, en aldaar gedachtig wordt, dat uw broeder iets tegen u heeft; laat daar uwe gave voor het altaar, en ga heen, ver zoen u eerst met uwen broeder, en kom dan en offer uwe gave. M ...
Van de gemeene Gratie.
XXXVIII. Waarin weinige (dat is acht) zielen behouden werden door het water; waarvan het tegenbeeld, de doop, ons nu ook behoudt. I Petr. 3: lob, 21a.Zoo is • dan de Zondvloed ongetwijfeld een oordeel geweest, maar nochtans ook, ea minstens evenzeer een gena ...
Pro Hege.
DERDE REEKS. (Tweede gedeelte) Christus Koningschap en de Kerk. XV. Verwerp eenen ketterschen mensch na de eerste en tweede vermaning; Wetende, dat de zoodanige verkeerd is, en zondigt, zijnde bij zich ...
„Ik ben dood gelueest.”
[PASCHEN]. Vrees niet; ik ben de eerste en de laatste; en die leef, en ik ben dood geweest; en zie, ik ben levend in alle eeuwigheid, Amen. Openb. 1 : 17 en 18. In wat Jezus op Pathmos tot Johannes sprak, ligt iets aangrijpend-plecht ...
Van de gemeene Gratie
DERDE REEKS. LXXXIV. Want hij verwachtte de stad die fundamenten heeft, welker kunstenaar en bouwmeester God is. Hebr. 11 ; 10. Het menschelijk leven op deze aarde> gelijk het zich in den loop der e ...
Van de gemeene Gratie.
DERDE REEKS. VIII. Onder dewelke ook wij allen eertijds verkeerd hebben in de begeerlijkheden onzes vleesches, doende den wil des vleesches en der gedachten, en wij waren van nature kinderen des tooms, gelijk ook ...