In de schaduwe des doods - pagina 111
103Nu nietwaken hetzulkiseenalsheerlijkdenheelschoonst,alshetstilm.igtoegaan,slaapmiddel op den kranke werkt, dat hij nacht door, maar toch af en toe één, tweeen weluur ...
In de schaduwe des doods - pagina 112
104God hem nader komt, of zijn trouwe Herder hem komt opzoeken, en of zijn Vader in de hemelen vol goddelijke ontferming hem steunen komt, en de kracht vernieuwen, en troosten bij al wat zijn hart zoo benepen maakt. zijnEndien zin is er onder dat waken soms, o, zoo zoet genot ...
In de schaduwe des doods - pagina 114
106nemen,teeen heilige kunst geworden, waarin de één met den anderisheeft gewedijverd.Vooralvrouwenharthetheefthierbijzijnvindingrijkheid en zijnonuitputtelijke veerkracht geopenbaard.Engeheel ...
In de schaduwe des doods - pagina 113
;105XXYII.Krank,engijheM Mijbezocfit.ONZE KRANKEN VERPLEGEN. Ik was naakt, engijhebt mij gekleed; ikben krank geweest, en gij hebt mij bezocht was in de gevangenis, en gij zijt tot mij Matth. 25 36. gekomen. ik: ...
In de schaduwe des doods - pagina 115
:107 Zoo nu was het onder ons, ten minste in den Woeitijd van het Calvinisme, niet, en niet dan bij uitzondering gevoelde men aan ziekenverpleging buitenshuis behoefte. De liefde van de huisgenooten ouderling stond toen op zooveel hooger peil, en vooral de moeder nam zoo hooge plaats in. W ...
In de schaduwe des doods - pagina 116
108Maar zoobij wie buitenshuis verpleegt niet. tegenover een kranke die ons vreemd is; die noch als bloedverwant noch als vriend een eisch op ons hart kan doen gelden; en dien we nu in zijn krankheid verzorgen zullen, omdat we ons aan dezen liefdedienst gewijd hebben, ons bij een hu ...
In de schaduwe des doods - pagina 117
109God moge dezulkensterken,die zich aan dezen dienst derbarmhar-tigheid wijden.Maarlaatmentoch naar geen ziekenhuis halen,wie binnenshuiskan verpleegd worden.Endan, laat elke jongedochter zich toch wel bep ...
In de schaduwe des doods - pagina 118
110 onzeinstuitentedartelheid,omons toeroepente:„StrakskomtOnze kranken, die ziek werden, opdat wij onze liefde aan hen zouden oefenen, opdat ons geloof aan hen openbaar zou worden, opdat ons de troost op de lippe ...
In de schaduwe des doods - pagina 119
111 het Godsrijk hebben gebouwd dan door hun Wij kunnen dat zoo niet narekenen, maar de geestelijke kracht van een God verheerlijkend ziekbed reikt zoo eindeloos ver. Het is een vonk die aansteekt en aan welks aansteeksel weer wordt aangestoken; van geslachte op geslachte. Zoo zinkt de zaadkorrel ...
In de schaduwe des doods - pagina 120
113 worden; en toch heeft het niets meer van wat het vroeger was. „God heeft in krankheid zijn leger veranderd!" Bitter bleef het, en toch is het zoet geworden. Omdat de Heere kwam en de ziel vatte en een kracht vanbinnen inblies en troostte met zijn teederste vertroostingen. En dan begint er een ...