Filteren
van 87
Veertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 78
Lxxvm beschouwd in verband met de beginselen van het Antirevolutionnaire Staatsrecht. De stof moest ook thans over een ruimer tijdperk dan één jaar worden verdeeld. Prof. Fabius. Romeinsch recht. Het bijzondere deel behandeld, en wel het Personenrecht, het Zakenrecht, en gedeeltelijk het Erfrecht ...
Veertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 59
LIXDe wereldling kan de waarheid niet vinden. Daartegenover wordt het verstand van den wedergeboren mensch verlicht en komt hij vast te liggen aan het Woord van God en zijn oog wordt ontdekt voor de wonderen van 's Heeren wet. Dan komt hij tot zekerheid, eene zekerheid, die even evident is ...
Veertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 18
xvm ART.10.De orde van werkzaamheden wordt voor elke vergadering door het bestuur der Vereeniging vastgesteld; behoudens het recht der vergadering zelve, om door aanneming eener voorgestelde motie van orde daarin wijziging aan te brengen. Na afloop der werkzaamheden zal telkens aan ...
Veertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 60
LXBlijft er dan geen grond over om toe te staan, dat het geloof zich op eigen gebied terugtrekke en een afzonderlijke wetenschap biede, terwijl recht wordt gelaten aan degenen, die het geloof miskennen en verwerpen, om door de zinnen stof op het gebied der wetenschap bijeen te brengen en o ...
Veertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 19
XIXAllen, die tot bestuursleden of tot plaatsvervangers benoemd zijn, streden als zoodanig op, zoodra zij de in art. 8 van de Statuten der Vereeniging geëischte verklaring onderteekend bebben. Tot zoolang blijven de aftredenden, ook na de vergadering, waarin de benoemingen geschied zijn, n ...
Veertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 38
XXXVIII„tere ruimte noodig, teneinde de boeken %óó te hunnen h&r„gen, dat %y gemakkelyk te vinden %yn. Maar ook de college„lolmlen worden te kleinJ' Het is geen gewoonte, zegt spreker, dat, wanneer Directeuren van eene inrichting van onderwijs of eene school, van welken aard ook, over ...
Veertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 79
De getuigenissen der Hoogleeraren omtrent het volgen der lessen zijn steeds gunstig. In de meeste colleges werd gerespondeerd. Eenige wijzigingen in het Reglement der School werden voorbereid om in 1894 in werking te treden, hoofdzakelijk ten doel hebbende eenige verbetering te brengen in de opbr ...
Veertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 61
LXIAlleen kunde van de verschijnselen is, volgens onze opvatting des geloofs, niet voldoende. Dit zou leiden tot een atomistische opvatting. Wetenschap als een organisch geheel, zegt spreker, loopt nit op eene wereldbeschouwing, wier laatste oorzaak God is. Als Christen moeten wij naar de ...
Veertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 20
stemmen. Wanneer deze bij de eerste stemming niet verkregen wordt,, volgt een tweede vrije stemming; en wanneer zij ook dan nog ontbreekt,, wordt herstemd tusschen hen, die de meeste stemmen op zich vereenigden,. waarbij telkens tweemaal zooveel namen in aanmerking komen, als erpersonen te benoem ...
Veertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 62
Lxn niet, omdat het geloof niet is een zesde zintuig, geïsoleerd naast de andere, maar eene habitus, eene hebbelijkheid van het intellect, door God in onzen geest gewerkt, zoodat een geloovige, al deed hij er moeite voor, zijn geloof nooit thuis kan laten, als hij de wereld buiten zich beschouwt, ...
van 87
