Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 188
:XXXYIII. „ï>raiiluc, sic iiUi 511011."Jezus nu, ziende zijne moeder en den discipel, dien hij Jief had, daarbij staande, zeide tot zijne moeder: Vrouwe, zie, uw zoon. Joh. 19:26.Jezu8 mijdt eerst den «?o^(/er-naam.„Moeder, lieve Moeder", maar schijnba ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 189
„VROUWE, ZIEUWZOÜX."181den Heiland der wereld onder haar hart had mogen dragen, ze wat voor elke andere moeder zoo rijk en zoo schoon is: de afhankelijkheid, waarmee anders de volwassen zoon aan zijn bejaarde moeder kleeft. Zoo dikwijls zij die weelde zoekt, wordt ze z ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 193
:XXXIX.Hierna Jezus wetende dat nu alles volbracht was, opdat de Schrift zou vervuld worden. zeide: Mij dorst.Erdoor denJoh. 19:28.Manvan smarten, toen hij aan het kruis hing ééne klacht over het lijden zijner ziel en evenzoo slechts ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 192
Jezus haar op den warmst-gevoelende onder zijn jongeren, en geeft haar .Johannes als van nu voortaan haar aangenomen zoon. Teedere, heilige wisseling van plaatsbekleeding. Zelf sterft hij als plaatsbekleedend Middelaar voor Johannes, en Johannes zal zijn plaats bekleeden als zoon bi] zijn verlost ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 190
—de Evangelisten zeggen het niet. en geen gissing kan oordeeld, bier baten. Ook staat er niet, dat ze op den weg meegingen, toen Jezus ter strafplaats werd uitgeleid. Eerst als de kruisiging voleindigd is, en bet op het laatst loopt, worden ze, en dan nog alleen maar doorJobannes, v ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 191
hart van zijn moeder doorworsteld werd. Hij wist het, dat was nu het oogenblik, dat haar het zwaard zoo bitter door het moederhart vlijmde. Moeder te zijn, moeder van zulk een Zoon, en dan dien Zoon, onder smaad en hoon, aan het vloekhout te zien sterven, o, al heeft ze op dat oogenblik, om Jezus ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 194
!„MIJ DOHST."186vanvinger in het water zon doopen en zijn brandende tong-zijnverkoelen.„J/ydorst!''te ontgaan,zooriepmaar om eerhijhijmet ranwe stem, niet om den dood het zoet van menschelijke ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 195
:omdat in de vergieting van zijn bloed onze verzoening kon het dan ook niet de honger zijn, die hem kwelde, maar moest hij in zijn sterven op Grolgotha gekweld worden door Juistschool,onlij delijken dorst.]Siet toch in den honger, maar in den dorst speelt het geestelij ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 196
komttot de wateren, en gij die geen geld hebt, koopt zonder geld en zonder prijs wijn en melk." Grods heerlijkste beloften zijn, dat Hij „water zal gieten op de doraiif/en" en „het dorstig land tot springader zal stellen." Ja, God zelf, dat Eeuwige AVezen, heet de Bronwei en iSpringader en ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 197
189,MIJ DORST."en enzie,bijzijn zielEnmaar als hij ontwaakt, brandt naar water" (29 8).drinkt,zie,zooishijnog mat,:nu, zijn er niet nog, die met Grods kerke loopen, en die dat hun eeuwige dors ...