De geschiedenis der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 43
41 We brengen deze gedachten van BOUSSET naar voren, omdat ze van centrale beteekenis zijn. Ze richten zich op den hoofdinhoud van de Christelijlce predilcing. Voor andere punten heeft de godsdiensthistorische school op allerlei manieren invloeden meenen te kunnen aanwijzen, die van buitenaf in d ...
De geschiedenis der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 44
42Hoe is de houding van de oude Christelijke prediking, d. w. z. der Goddelijke openbaring, tegen invloeden van buiten? Jezus noopt Zijn jongeren te breken met het Farizeïsme, dat is toch eigenlijk met het Jodendom op zijn best. Evenzeer als Jezus de jongeren altijd weer wijst op het Oude ...
De geschiedenis der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 45
43van heidendom en Jodendom lean dan ook slechts gesproken worden, gelijk we het bij onze eerste opmerking hebben gedaan. De prediking van den Christus komt tot Joden en heidenen, houdt rekening met hun leer en leven, met hun theorieën en hun zonden en wordt gebracht op zulk een wijze, dat ...
De geschiedenis der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 46
44opnemen van hun geloofsinhoud in het Christelijk geloof geen sprake kan zijn ^). Zoo kunnen we ook voor dit deel van ons onderzoek tot een slotsom komen. Invloeden van buiten op de Goddelijke openbaring zijn er, als men daaronder verstaat, dat God zelf de openbaring zich heeft laten aanp ...
De geschiedenis der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 47
45 wonderen, lijdt, sterft en staat op, vaart ten hemel en zendt Zijn Geest. Hier vallen al de centrale wonderen der genade. Het werk van den Zoon van God, Die mensch werd en op aarde kwam, wordt gedaan en beëindigd, de zaligheid wordt verworven. Daaraan paart zich de prediking, die deze centrale ...
De geschiedenis der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 48
46om er in te komen. De Bergrede sluit aan, bij hetgeen onder de Joden leefde, ze heeft den vorm van het: doet dat en gij zult leven. Maar het is niet de bedoeling van Jezus, dat de discipelen alleen door dat te doen in het koninkrijk Gods kunnen komen. Integendeel, ze moeten gevoelen, dat ...
De geschiedenis der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 49
47gaat. en komt te spreken over de beteekenis van Zijn werk, over Zijn gezonden zijn door den Vader, dan gaan de Galileërs terug. Ze hebben niet gehoord naar de roepstem te werken voor de spijs, die blijft in het eeuwige leven. Het werk van Jezus heeft onder hen slechts weinig vrucht gedra ...
De geschiedenis der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 50
48worden gesproken. Maar wel kan worden verklaard, dat Jezus, als Hij over den ingang in het Godsrijk heeft gehandeld en daarop de gelijkenissen heeft laten volgen, die uiteen zetten, hoe het koninkrijk der hemelen zich ontwikkelt ^), andere gedachten meer naar voren doet komen. Jezus gaat ...
De geschiedenis der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 51
49zelf op een tweede periode, waarin de Heilige Geest meer omtrent Hem zal bekend maken. Ook Matth. 11:27 duidt in dezelfde richting. Alles is aan den Zoon door den Vader overgegeven, de Zoon geeft de kennis van den Vader, aan wien Hij haar wil openbaren. In de tweede plaats moet er op gew ...
De geschiedenis der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 52
50 Paulus Jezus tijdens Zijn omwandeling op aarde heeft ontmoet, of een plaats als 2 Kor. 5 : 16 ons hier iets leert, of Paulus allerlei feiten uit het leven van Jezus kende, ook al omdat hij te Jeruzalem was, toen ze geschiedden. Men kan de vraag stellen, in hoeverre de bijzondere wijze, waarop ...