GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Confidentie - pagina 46

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Confidentie - pagina 46

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

!

42 van

dat hij sprak, mij een oordeel over

zelfvcroordeeliiig,

en

streven

eigen

door de

karakter

ziel

en ik

sneed,

nijdde den gelukkigen boeteling, toen ik daar las:

had

berouw,

oprecht

En mi

verkwikking.

gekomen

om

hij

er

geen verwijt en geen veroordeeling,

in

een

warm

toe

ivas

woord

het zachtste

te

Gujs

tot aan

voort,

ik

las

saamgekomen,

familie

om

crament des Avondmaals toe

riep

hij

En

toen

kom

ik

niet,

den zwakken

ik

.

.

.

hém

voor

niet,

volgde

ben het niet ivaard,"

en

weende, ik

lag

ik

wist,

o God,

niet

te

stilde

!

ik was alleen

machtig worden Philipp

dat

voor

zelf

smarle

broeder!

lieve

las

zijn

en

en knielde naast Amabel

Toen

mij

tooneel

vochtig;

mij

het

die

ging

en

sterfbed neder."

het

ik

Philipp

werd

op

stond

aan Guifs

ik

sa-

„Dit was een balsemdrop voor

er:

balsemdrop,

een

ziel,

Philipp

dat

lijder het

maar Phüipp was dat niet

,,Eeu gebroken en verbrijzeld hart zult Gij,

voelde

Augli-

de leden

Amabel toe, die hem nog en nogmaals drong. de vrome edelvrouw hem hierop toefluisterde:

verachten!^' zijn

De

met

was

te dienen^

binnenkomen, ....

niet

kan

„Ik

maar

krenken!^'

sterfdag.

kaansche geestelijke van de badplaats

dorst

spreken, vond

te

vriend, met een nobel, edel hart, dat bang

was hem door

der

Hij

voorzoover hij zijn zonden inzag.

Guy

hij

Zoo

hem

van schuld bracht

belijdenis

be-

„Zijn

mijn

ik

j

eigen

het

en

knielde, stoel

las

oog eer

waren

en

mijne handen gevouwen. O, wat in dat oogenblik in mijn doorleefd

ziel

is,

heb

van die

maar

toch,

foeid

wat ik

eertijds

ik ten volle

ure,

ge

begrijpt,

wige

ziel

ge

me,

stuk,

in zulk een strijd doorworstelt,

behoort,

altijd frisch

ik

hoe

dat

nog na lange dagen

tot

als

en krach tigj voor den geest treedt. dit

ver-

mijn vriend, hoe

onvergetelijk de indruk van zulk een aangrijping

wat de

ik

bewonderde, gezocht wat ik vroeger

Genoeg,

minachten dorst!

eerst later begrepen,

na dat oogenblik, heb

nu samenhangt .met

zou haast zeggen,

lees

is,

hoe,

dat

eeu-

pas gebeurd

En

vraagt

het Kerkelijk vraag-

,,The Heir of Redclyfte^'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1873

Abraham Kuyper Collection | 124 Pagina's

Confidentie - pagina 46

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1873

Abraham Kuyper Collection | 124 Pagina's