
Van de kennisse Gods - pagina 211
;GODISEEN EENIG WEZEN.209van Gods Wil, waaraan door niets paal of perk gesteld wordt en die heerscht met majestueuse souvereiniteit, want daarbij wordt stilgestaan, als de almacht Gods aan de orde van behandeling is. Maar als hier, in verband met de éénigheid Go ...

Van de kennisse Gods - pagina 217
GODEEN EENVOUDIG WEZEN.IS215„De Bewaarder Israëls zal niet sluimeren, (Ps. 121 4) noch slapen!" Dat wil zeggen: in God is niet de minste sluimering van eenige kracht of macht; in Hem is niets in God is altijd alles eeuwige actie. latent of non-actief Onze ouden plachte ...

Van de kennisse Gods - pagina 219
7; .;GOD datde goddelijke eigenschappenWezenmaaronderscheiden,niet saamgesteldmaar daterwasuiteenmede warenWezen ènviel;Goddateenige eigenschappensamenstelling hoeg ...

Van de kennisse Gods - pagina 212
HET WEZEN GODS.2iolangergeen geest zoo vlug, het onbepaald getal vante staan bij het feit, dat erstilgeen tong zoo welbespraakt is, om Gods gedachten te melden. Dit neemt echter niet weg, dat van verschillende zijden pogingen in het werk gesteld zijn om t ...

Van de kennisse Gods - pagina 214
HET "WEZEN GODS.2 12gansch Heelal met één machtalle dingen draagt door het Zijner kracht, en door den Geest Zijns monds verdoetMaar Hij Zelf, woord tot aanzijnWoord'diehetriep,enwat Hem mishaagt, die het leven in Zich Zelven he ...

Van de kennisse Gods - pagina 218
HET WEZEN GODS.2l6zijn bloeitijd,onder meer óók tegen deze uitdrukking van deConfessie ernstig bezwaar inbracht. Hij schreef toch in zijn„De Nederlandsche Geloofsbelijdenis", pag. 8, 9: „Mocht iemand echter besluiten reeds bij art. 1 aan de Heilige Drievuldighei ...

Van de kennisse Gods - pagina 213
GODis,zoodatHijdoor Hem.ISvóórEEN EENIG WEZEN.alledingenis,en2I Idingen bestaanalleWeshalve God Zelf deze gedachte ontwikkelt:„opdat gij het weet, en Mij gelooft, en verstaat, da ...

Van de kennisse Gods - pagina 216
;HET WEZEN GODS.214heid van het Goddelijk Wezen, roept in aanbiddingeeuwigheid (Ps.90En:toteeuwigheidzijtGij:„V a n God * !2.)de derde plaats denken wij, als wij belijdenis van de Goddelijke é ...

Van de kennisse Gods - pagina 215
GODISEEN EENIG WEZEN.213gestelde volkomenheid, want mensch, dier en plant bezitten hun aanvang in een zeer klein beginsel, en nemen in het opwassen gestadig toe. Zij groeien echter niet eindeloos door, maar bereiken de grootte naar het bestek, in de levenskiem gegeven. ...

Van de kennisse Gods - pagina 221
GODISEEN EENVOUDIG WEZEN.210.enkelvoud, maar niet het eenvoud. Reeds op de school leert men verbuigen, en dan heeft men het enkelvoud tegenover het meervoud. Geen scholier zal boven zijn verbuiging een-voud zetten, reeds onmiddellijk wetend, dat daar niet ...