Confidentie - pagina 21
!
17
men
heeft
althans na Thorbecke's ver-
dien sterken geest,
onzent zonder wederga, een reeks van jaren
scheiden ten
van den
door opraping
verdachtmaking,
tigste
.
vuigsten
door de laaghar-
laster,
schimp-
door
en
beide
scheldtaal,
van Conservatieven en van Liberalen kant kwaadaardigiijk
om
naam zoeken
de eer van zijn
te
brengen,
hem brand-
merkend, hem doodverwend, hem voor een Jezuiet en wat niet
uitmakend
al
Groen
dit
is
op
markt
de
boven
te
;
des
publieken
levens.
de machtelooze woede van zeker
men kon hem niet aan en, is men geëindigd met als een van Hollands sieraden den man te eeren, dien men eerst dienst wou laten doen van voetwisch en schabel. Meest nu ziet men, dat de man van zulk een verleden, ter vuurt
dagblad
de lucht;
in
thans zich schamend over eigen laagheid,
bewaring van eindelijk gewonnen prestige^ den zwakkeren
om
medestrijder prijsgeeft,
het kittelachtig oor van den tegen-
Groen hiervan geen zweem. Yeeleer scheen het of overdrijving van sympathie zijnerzijds tegenstander te spareu.
Bij
wicht moest bieden aan de buitensporigheid van den
had het
als
heid
eerde
lijdens
,,
burgerdeugd
als
ook aan mij.
zijn ridderlijke borst verhoogd.
het
zij
geldt,
Dat
bewees
ook
,^zijn
dien adel van karakter
hij
van andere broeders niet
ik
andere^'
Zoo mannen trouw nog
beste karakters.''
ze zelf, als publicisten,
rep,
is wijl
mij de stof tot erkentenis onthiel-
want wat aan broeders, voor de pers schrijvend, min
den,
edel ontglipte
de ,/É kiesch
van
in
,^m eerdere ''
zijn
onzer
een
als
mede
des
Beets
laster,
van eigen ervaring slechts de vatbaar-
pijnlijke
te
en
liever vergeten,
zij
ndard
s
a
ng1ant
moeilijk
om
harte,
zijns
!
''
dan vermeld.
Tot
zelfs
van Dr. Bronsveld, hoe on-
verdedigbaar
ook voor den Heer,
zij
naams wil, vergeven
Neen, mijn persoonlijke aanvallers schuilen elders en de niet-orthodoxen doorzagen uitnemend met
hun
fijnen blik, dat
de slagen die ik toebracht, hén, nooit mijn broeders troffen,
ook
al
lid.
besef
trad
Hun
soms een der broeders met de vijanden in gebitterheid
geëvenredigd.
was
aan
liet
instinctmatige van dit
Ten minste het moet, naar men mij
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1873
Abraham Kuyper Collection | 124 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1873
Abraham Kuyper Collection | 124 Pagina's