Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 206

XXIV.

204

Artikel,

was het geen na goede voorbereiding geleek, de wedergeboorte zyn deelagtig geworden, en andere burgerlyk regtvaerdigen en uiterlyk Godsdienstige zyn voorgegaan in 't Koninkryke der Hemelen, Matth. 21 33. Voorwaar ik zegge u, dat de Tollenaars en Hoeren u zyn voorgegaan in het Koninkryke Gods. :

.•. Vrag. Schynt de gelykenis van de vyf wyze, en de vyf dwaaze maagden, Matth. 25 1 12, niet te leeren, dat een raensch voor zyn wedergeboorte opregtelyk genade kan begeeren, en na de gemeenschap van Jesus hongeren en dorsten ?

—

:

Antw. 1 Peze gelykenis zegt alleen, dat men zig in tyds moet bereiden, om den Bruidegom betamelyk te konnen ontfangen, olie van gelove en liefde zig verkrygen, en daar eerst niet aan denken moet als het te laat is.

En dus

niet

wat een mensch

uit

zyn eigene natuur kan doen.

Natuurlyke menschen konnen wel eenige begeerte hebben na den hemel, om dat ze vreezen voor de helle na Christus en zyne genade om hen te behouden doch deze begeerten, wel ingezien zynde, geven dezelve genoegsaam een tegenzin aan de genade, en dus een haat tegen dezelve te kennen want 2.

;

;

:

de genade niet om haar zelfs wille, wat anders: niet op dat hunne natuur mogte verandert worden, de lusten in hun overwonnen, het beeld Gods in hunne herten ingedrukt; maar alleen om in den hemel te geraken, en alzo van de verdoemenisse bevrijd te zijn. Zij begeeren den olie; doch alleen om met den Bruidegom in te gaan, Matth. 25 8, 11. a.

Zy begeeren

maar om

:

begeeren de genade, zonder behoorlijke beneerstinge om genade, zonder overeenkomende pligten te betragten alschoon men weete dat zonder deze de genade niet verkregen wordt. Dus is 't eene begeerte des Luiaarts, die doden zal want zyne handen weigeren te werken, Spr. 21 25. b.

Zij

;

:

:

Haare begeerten zijn onstandvastig, ras wegvloec. jende; Joh. 6 26. Jesus antwoordde haar ende zeide, voorwaar, voorwaar zegge ik u, gy zoekt ray, niet om dat gy teekenen gezien hebt, maar om dat gy van de broden gegeten hebt, ende verzadigt zyt. Vers 66. Van doe af gingen veele zyner discipelen te rugge, ende wandelde niet meer met hem. :

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen