Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 84
KOLONIALE QUAESTIE.
84 van dat
de
Society
hetzij
delen,
volkeren
uit een moreele,
de
in
vinden
alleen
Mac-Guillery
van
opmerking
daarvan
wij
meerderde
opbrengst
Engeland,
in
met de
neemt
het
punt
is
narcotica bezig. Volgens de
ge1)ruik van narcotische mid-
land
bij
alle
wijze toe. Niet
verontrustende
zeer
ons
in
niet alleen dit
een tellurische oorzaak,
hetzij uit
op
En
sporen in de telkens ver-
de
den accijns op het gedistilleerd, maar ook in
van
Rusland
en
Duitschland
hoort
men
over hetzelfde droef
Uit Perzië hoort men, dat het gebruik van hennep
verschijnsel klagen. als
zich
jaren
laatste
trade.
greep datzelfde plaats. Ja,
in ons eigen land
men
houdt
allerwegen
schier
maar
geworden,
gevestigd
opium
l/ie
meer dan vroeger op
aandacht
de
buitenland
het
in
suppression of
the
for
narcotium toeneemt, en uit Zuid- Amerika, waar het coablad gebruikt
men daaromtrent
verneemt
wordt,
daarvoor
oorzaak
men
dat
om
ware
zij
aan
laat ik
te wijzen,
nu
Welke
midden. Genoeg,
in het
hierdoor verklaren kan, dat de moreele en oeconomische
zich
wat
vraag,
Dit nu geldt in
klachten.
dezelfde
landen van den opium. Zoo ook in onze Oost.
alle Islamietische
wellicht
van Regeeringswege of door particulieren
doen
van het toenemend gebruik van nar-
gevolgen
nadeelige
de
te
cotica te keeren, meer en meer hoofden en harten bezighoudt.
In
den ik
ons
dat
zeg,
land
opiumquaestie opnieuw ingeleid door
de
jaar
dit
is
—
Jansz
heer
het prikkele den Minister nu niet te zeer, als
en
die heer een zendeling is
ook
uitnemende zendelingen, die meer dan eenig emissaire des Ministers
wat naar
doet,
maken
voor
gegeven
Ministers program een Christen in onze Oost te doen
om
:
dien
en
voorbeeld
door
zedelijken
standaard,
die zendeling Jansz
van
bezit
onrustbarendst
die
de leden het
is,
heeft een brochure uitgegeven,
die in
nogmaals op
aller-
waarin
volksbederf
hij
door
er
het
gebruik
het woorden van een zendeling Avaren
smoord, door
te
in het Kruis van Christus
maar toch een
man,
-
later gereleveerd, toen er de
wiens
met den
klank
had,
die
Ghroen
van
Prinsterer
naam ook
in deze
antirevolutionairen
terzijde
stond
in
wijst,
hoe
van opium op Java
Zijne woorden. Mijnheer de Voorzitter, zijn
toeneemt.
omdat
propaganda
levensuiting
is.
Welnu,
is
's
weten
te
staat,
het
want, volgens berichten
behoort de heer Jansz werkelijk tot
van verschillende zijden verkregen, die
—
—
misschien wel
eerst lange
dagen ge-
aandacht op gevestigd
Kamer
steeds een goeden
heer Mackay den heer
het ijveren voor hetzelfde be-
ginsel, dat thans door den heer Jansz bepleit wierd. Ik bedoel den heer
Elout
van
Soeterwoude.
Deze
heeft
in een
maandschrift, in den loop
van dezen zomer uitgekomen, het vlugschrift van den heer Jansz opzet-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's